Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/101

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

tige oogenblikken ter leen gaf, dat hij zich als een passend kleed had omhangen met den vorstenmantel, dien men hem slechts om de schouders had geworpen bij wijze van vastenavondspel. Hij vergat zich zóó ver dat hij zelfs de aanspraken op vorstenrechten gelden deed; want toen de Delftsche magistraat zich woorden van hoffelijkheid liet ontvallen over zijne hooge afkomst, beantwoordde hij die met in goeden ernst te zeggen, dat de kroon van Engeland aan zijn geslacht was ontroofd, door den gewelddadigen dood van zijn broeder Gilfort Dudley en diens gemalin. Dat was een radeloos onhandige uitval voor zóó behendig een hoveling als hij gezegd werd te zijn; want, was het een woord van onvoorzichtigheid tegenover de ijverzuchtige Elisabeth, bij wie het kon worden overgebracht en gelden als eene ontkenning van haar uitsluitend recht op den troon, het was tegelijk eene ondankbaarheid tegenover eene weldoenster, die onschuldig was aan de bloedige slagen, en die alles gedaan had wat in hare macht was, om ze voor zijn persoon te vergoeden, en het bewijst wel zeker, hoe sterk de bedwelming hem het hoofd benevelde.

Wij zijn hem slechts even nagegaan onder die dampen van wierook en onder dat rinkelen van feestgeruisch: maar wij willen hem nu opzoeken meer tête-à-tête, wij willen hem nu beter onder de oogen zien, dan in tegenwoordigheid van geheel een volk. Wij weten waar wij hem vinden kunnen: in een kabinet grenzende aan de groote zaal; en zonderling, den man die zich zoo gaarne en met zooveel zelfbehagen bewoog, te midden van de huldiging der wereld en van zinnelijk eerbetoon — vinden wij hier alléén, — alléén met Gods woord; — neen — zoo is het niet; wèl ligt de Bijbel geopend naast hem, wèl schijnt hij in ernstige aandacht verzonken bij hetgeen hij leest; maar hetgeen hij in handen houdt en wat hij leest, is niet de Bijbel; het zijn vormelijke schriften; hij heeft opgeslagen een formulier-gebed; hij doorbladert het formulier voor het Avondmaal, zooals het opgesteld werd door à Lasco, en vertaald in gebruik werd gebracht bij de Hervormde Nederduitsche gemeente in Londen, door den ouderling Uitenhoven, en dat, ondanks verkortingen en wijzigingen naar de verschillende meeningen van de veel verschillende mannen, die er zich sinds mede bezighielden, toch is gebleven de grondslag van die, welke in latere tijden en tot op heden toe bij de Hervormde Kerk zijn gebruikt geworden.