Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/239

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gewezen als van invloed onder de grooten des land; — door menige ondervinding reeds geleerd, hoe men zich stelde om hem te bekorten, in hetgeen hij zijn recht hield; — was het vreemd dat hij uitzag naar anderen steun? Het volk, het vrome volk, de steun daar men hem op wees, die gemoedelijke burgerstand, dien wij vroeger aanwezen, die eenvoudig en ter goeder trouw gesticht werd door zijne kerkschheid, en zich verkwikte met zijn Avondmaalsgang, en die aan alle deugden in hem zou gelooven, sinds het vroomheid in hem te prijzen had. In dat volk had hij de macht der menigte vóór zich, om te stellen tegen de macht van enkelen; wat was wijzer dan dat tot bondgenoot te kiezen? Hij begreep dit volk, voortgeleid en voorgelicht door zijne leeraars, en volgzaam heengebracht waar die het wilden. Was het vreemd, dat hij de volksleiders tot raadsmannen koos? Raadsmannen die de belangen van dat volk konden kennen, en moesten liefhebben. En het was geene verkeerde staatkunde, evenmin als eene ongeoorloofde, zich die beiden te winnen, door belangstelling te toonen in hunne hoogere behoeften; eene belangstelling die hij niet noodig had te huichelen, daar zij opwelde uit zijne ziel. Jammer is het, dat zijn ijver voor den godsdienst, hoe oprecht ook in den grond, zoodra die hem middel werd, niet meer de mate wist te houden, en ontaardde in eene overdrijving, die verdenking moest wekken, en die te meer werd verdacht naarmate zij hem nuttiger was, en voordeeliger uitkomsten bracht.

Maar genoeg reeds, men weet nu en begrijpt, waarom van toen aan de geloofsijver van Leycester den burgers van Nederland tot eene fakkel werd, die hen voorlichtte, en waarop zij het oog blind staarden, en waarom die band tusschen Leycester en de vromen onder het volk van Nederland, zóó snel was gevlochten en zóó hecht was gesmeed.




XII.
DE GOUVERNEUR-GENERAAL.


Wij hebben den Graaf van Leycester zooeven gezien bij een geheim onderhoud met een persoon van geringe beteekenis, en als incognito een geheimen last gevende aan een avonturier, wien