Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/453

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

den Engelschen onderstand wat gevorderd waren, de Graaf als de luitenant-generaal der hulptroepen was aangewezen, en hij zelf begon na te denken over hunne landszaken, was het zijn ernstig vermaan geweest en zelfs eene der voorwaarden van zijne overkomst, dat zij zich voortaan daarvan zouden onthouden. Om dien wensch de kracht van een bevel te geven, liet hij zelfs toen reeds eene akte van navigatie van zich uitgaan, die een diepen en somberen indruk maakte, doch die licht even spoedig zoude zijn vergeten geworden, als zij weinig werd nageleefd, zonder eene bijzonderheid, die dezen ingreep op een handelsbelang voelbaarder maakte.

Gelijktijdig, misschien wel door het Engelsche voorbeeld opgewekt, of licht zelve door ruimere overwegingen geleid, hadden de Algemeene Staten en de jonge Graaf Maurits met den Raad van Regeering zich vereenigd, voor het minst het verzenden van mondbehoeften naar de Spaansche Nederlanden te weren, en de maatregelen daartoe genomen gaven niet enkel de schepen der weerspannige sluikhandelaars aan vrijbuiters prijs, maar ook belemmerden zij, als natuurlijk was, den geheelen handel, die te dien einde voorschriften moest ontvangen, en verklaringen afleggen omtrent de soort en de bestemming der waren, die hare vrijheid beperkten en hare bewegingen verlamden.

De Amsterdamsche regeering was gehaast, uit zich zelven besluiten te nemen, die voor hare ingezetenen den druk en de belemmering van die maatregelen verzachtten of krachteloos maakten. Daar verhief Dordrecht, in haar binnenlandschen handel geknot en door geene buitenlandsche vaart getroost, hare zwakke, doch billijke stem tegen eene willekeur, die Amsterdam voorrechten gaf boven hare zustersteden; die botsing harer belangen met die der overigen rondom zich verschrikte de fiere hoofdstad niet; zij gaf toe, dat de Staten der provincie zouden worden opgeroepen tot beslechting van »t geschil. Dat was zoo goed als een familieraad, en zij wist immers, hoevele en hoe krachtige stemmen daar vóór haar zouden spreken. En zij verkregen ook het gewenschte; maar de Raad van Regeering wilde intusschen zijne bevelen gehoorzaamd zien, en de kooplieden van Amsterdam hunne ondernemingen doorgezet; dat gaf eene scherpe spanning tusschen de drie strijdende machten en of het die zaak nog aan twiststof en verwikkeling had gemangeld, kwamen de burger-