Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/75

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Haar deert niets; slechts behoefde zij rust: de vermoeienissen van den ochtend hadden haar afgemat, het teere schepsel. U dank ik voor de deernis, Heer!”

»Acht mij geen onbescheidene, zoo ik verdere vragen doe.”

»Ik zal al beantwoorden wat ik kan en mag!”

»Deze schoone miss is zoomin uwe dochter als die van Steven Paret. Heeft ze nog ouders; aan wie behoort zij?”

»Zij heeft vader en grootvader; en alevel is ze meer verlaten dan menig weesje. Oft ik u hare verwanten noemde, ze zouden u niettemin onbekend zijn, en het mocht hem mishagen naar wien ik haar henenvoer. Ik bracht haar met mij uit het diepste van Braband, en zoo God en de heiligen het mij gunnen, leide ik haar Utrecht binnen eer wij vele dagen verder zijn.”

»Waarom is zij dus zwervende met u?”

»Omdat in Braband te veel nieuwsgierigen op haar loeren!” hernam Barbara met een schalken glimlach.

»Gij vindt niet goed die vraag te beantwoorden; het zij!” vervolgde Douglas, »maar kan ik u en de jonge miss van nut zijn, ik ben daartoe gekomen; zeg mij hoe kan ik u dienst bewijzen?”

»Gij hebt er ons reeds eene bewezen, waarvoor we u kleine erkentelijkheid verschuldigd zijn.”

»Hoe vrouw! nog deze gramschap over het ongeval van dezen morgen?”

»Dat is er buiten, meester! gij hebt ons van ons eenig gezelschap verstoken. Ge hebt Steven Paret van ons afgetroond met hoop van hooge gunste en goede fortuin.”

»Dat deed ik niet; hij is zelf de eerste geweest, die dienst begeerde bij den Graaf; verder met hem sprekende, begreep ik, dat een Nederlander, die Engelsch spreekt, zijne lordschap nuttig kon zijn: ik had gelegenheid zijne excellentie met een paar woorden daarover te onderhouden, en Mylord vond goed, Ferney te zenden tot eene nadere schikking met dien man; toen eerst vernam ik dat gij niet zijne vrouw waart, en deze miss niet zijne dochter.”

»Is dat alles waar, heer?” vroeg Barbara met zekere wantrouw.

»Ik ben gewoon de waarheid te spreken, en ik ben niet gewoon haar met sterke betuigingen te bevestigen, vrouw!” antwoordde Douglas fier.

»Dat Steven Paret de man was voor zwakheid en eigenbaat moest ik weten, sinds ik maanden met hem samen was; maar