Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland tweede deel (1886).pdf/152

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zooveel, als een Keizer of Koning: hij is er immers alzoowel meester als de Koningin, en regeert heel Engeland naar zijn zin, hier uit Utrecht!”

»Daar zult gij al zoomin bericht af hebben als een van ons; maar wat zeker is: hier is de Graaf meer dan ooit vorst of koninklijk stadhouder was.”

»Ja! als de Staten er niet waren; ik heb mij al laten vertellen dat de Staten den Graaf in ’t regeeren hinderlijk zijn.”

»Dat zal over wezen, als de Graaf souverein is geworden en…”

»Zou dat worden, Mathijs?”

»Dat moet ge de burger-hoplieden vragen; ik kan wel zien, dat gij niet meer tot de schutteren hoort.”

»Ze zeggen: die hooge heer is zeer goedertieren en liberaal in ’t aanhooren van ieder man, altoos goed en beleefd antwoord gevende, wie hem aanspreekt.”

»Van wien houdt gij dat?” Hebt gij hem gesproken, meester wantmaker!”

»Neen! Ik bedien de koster van de Domkerk, die het weet door de heeren van het consistorie.”

»Nu ja! De geestelijken hebben altijd een schreefje voor; — ’t zou te bezien staan, wat ik verkrijgen mocht, en…”

En een ander groepje:

»Een milde heer, de Graaf van Leycester! Zulk een kostelijk feest en zooveel tonnen biers te onzen gerieve! En wat eene statelijke kleedij! Hebt gij die juweelen gezien op zijne muts?”

»’t Is wonder heerlijk; — alleen ’t is zonde, dat zoo rijk een heer zijne soldeniers zonder schoenen laat en met gescheurde hozen. Dat oproer van laatst was, omdat ze hunne soldij begeerden.”

»Dat komt van de Staten van Holland, die willen geene schatting toestaan.”

»Ze doen ’t, opdat de oorlog langer zal duren; daar trekken hunne kooplui gewin af.”

»Snoode winst, daardoor de Spagnool gevoed wordt!”

»Maar de Graaf weet raad tegen die lorredraaiers! Wat doen er Staten? ’t Zou beter regeeren, als er geene Staten waren. Meenen zij dan, dat de Graaf, die Engeland bestierd heeft, dit kleine land alleen niet berechten kan?”