Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/102

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

loofd was met jonker van Zonshoven. Het huwelijk ging door ondanks de bezwarende tijdsomstandigheden; ik ben hun eenige zoon."

»Wel, dan ben ik zooveel als uw oud-oom, jonker!"

»Die berekening heb ik ook gemaakt; en daarom…"

»Komt gij mij toch niet over familiezaken spreken, wil ik hopen?" vroeg hij in zichtbare onrust.

»Maar mijn waarde heer oud-oom! men kan immers wel over familieaangelegenheden spreken, zonder dat het juist onaangename moeten zijn?"

»Hm, ja! ik merk wel dat gij een van Zonshoven zijt, en sinds lang vreemd aan de jammerlijke veeten die de Roselaers hebben verdeeld. Zij hebben elkander in letterlijken zin niets gedaan dan bijten en vereten, op zulke wijze dat er schatten verloren zijn gegaan in processen, en dat Francis en ik nòg lijden onder de naweeën."

»Ik wil het gelooven, beste oom! maar…"

»Maar uwe moeder was al eene d’Hermaele, dat stelt mij gerust; doch zoo ’t anders ware, zoo gij een ander bericht kwaamt brengen, dat voor Francis pijnlijk zou kunnen zijn of beschamend voor mij; ik weet het, men betwist tot de geldigheid toe van mijn huwelijk in Zwitserland, of zoo het geldzaken betreft, waarin ik of iemand der mijnen betrokken kon zijn, dan bid ik u, wees zoo edelmoedig en spaar het haar zoolang het haar gespaard kan worden. Ik ben oud en al zoo gebogen onder den last des levens, dat ik er nog wel wat bij dragen kan, al ben ik er bijkans onder versuft; mogelijk weet ik er wel iets op te vinden om een gat te stoppen of iets dat dreigt af te leiden; alleen wees oprecht met mij en zeg het mij ronduit in vertrouwen."

»Wel generaal! ik zou daar veel op kunnen antwoorden, maar verschoon mij voor dit oogenblik. Freule Mordaunt heeft mij dezelfde vraag gedaan, met de goede bedoeling om u zelf mogelijke onaangenaamheid te sparen, en ik heb haar geantwoord naar waarheid, dat ik kennis kwam maken in de hoop familiebetrekkingen, die al vrij los geworden zijn, nader aan te binden. Zij heeft mij de eer gedaan zeker vertrouwen te stellen in mijne loyaliteit en mij eene exceptie genoemd in de familie. Wil gelooven dat ik een oprecht verlangen koester om mij dat vertrouwen en die gunstige onderscheiding waardig te maken, en ik verzeker u dat het mijn grootste triomf zoude zijn, zoo een van Zonshoven