Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dat dit er van duizelt? De waardige overledene had verdiend getuige te zijn van de ontploffing harer Orsini-bom. Eerst sprong ik op en zou de petroleumlamp over het tafelkleed mijner hospita hebben omgeworpen, zoo de goede ziel zelve dat niet door een snellen greep voorkomen had. Toen viel ik op mijn stoel terug, met eene gewaarwording of mij de krachten ontzonken, en ik moet er zoo bleek en ontdaan hebben uitgezien, dat de juffrouw mij later gulweg bekende hoe zij suspicie vatte, dat het eene „explosie" was van deurwaarderszaken. Zeker is het, dat zij wachten bleef op de tachtig cents port, die het pakket kostte, of zij vreesde er een bankroetje aan te lijden. Geprikkeld door dat blijven, door dat zekere indringende en onbescheidene in hare houding, dat zoowel van wantrouwen als van nieuwsgierigheid getuigde, hoewel er eenige meewarigheid in gemengd was, wees ik haar de deur met een gebaar, dat een acteur in eene wanhoopscene zou benijd hebben en dat ik alleen aan de inspiratie van ’t oogenblik dankte; ook bleek dit afdoende. In een wip was ze weg, en ik wierp de deur op slot, zonder recht te weten wat ik deed of waarom, alleen gedreven door een onbestemd verlangen om alleen, om ongestoord te zijn en mij te overtuigen, dat de mededeeling, die mij als een sprookje uit de Duizend-en-eene nacht in de ooren klonk, geen mystificatie was.

En werkelijk, toen ik de stukken met meer bedaardheid overlas, werd het ongeloofelijke mij tot ontwijfelbare zekerheid; maar in plaats dat die zekerheid mij rust en blijdschap gaf, werd ik bestormd door eene warreling van gedachten en gewaarwordingen, die onbeschrijfelijk is. Ik werd heen en weer geslingerd door duizenderlei strijdige plannen en voornemens, die ik als in een oogwenk vatte en weer varen liet; ik wist den draad mijner denkbeelden niet meer te volgen of vast te houden. Mijn hart begon te kloppen of het zou bersten; ik kreeg eene aandoening in de keel of ik geworgd werd, en een duldelooze hoofdpijn was het eerste profijt dat die toekomstige fortuin mij aanbracht! Zóó kon het niet blijven; ik rukte mijn das los, improviseerde een stortbad met behulp van mijn lampetkan, liep de kamer rond met driftige, ongeregelde voetstappen, dronk om de vijf minuten een glas water en begon eindelijk zoo ver te bekomen, dat ik om de thee schelde, die de juffrouw per extra-ordinaire zelve bracht, de zaak van het porto