Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/122

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kamerjapon, tenzij bij ongesteldheid; gij, neef! zult mogelijk uwe logeerkamer wel willen zien? Holà, Frits! Frits!" Frits, die met deftigen militairen stap Francis volgde, was nog genoeg in de buurt om de stem van zijn meester te hooren en keerde tot ons terug.

»Frits! weet jij waar de jonker logeeren moet?"

»Zeker generaal! Ik heb de reistasch van mijnheer al boven gebracht ."

»Zoo: hadt gij een reistasch bij u?" vroeg de generaal met een glimlach, mij met eenig opzet aanziende.

»Wat zal ik u zeggen, oom! Was het al te onbescheiden, bij goede ontvangst op een paar dagen gastvrijheid te rekenen?"

»Wel, volstrekt niet, mijn jongen!" viel hij met gulheid uit; »en wat mij aangaat, wat afwisseling is mij zeer welkom; alleen zie dat je ’t met Francis… "

»De freule heeft mij opgedragen Jonker van Zonshoven zijne kamer te wijzen," sprak de trouwe Frits, als om zich te verontschuldigen dat hij ons volgde.

»Dat’s juist wat ik je ook had te zeggen. Leo, verschoon me zoo ik niet zelf de trappen met je oploop," en hiermede scheidden wij, daar wij in de groote vestibule waren gekomen en Frits mij voorging links af, een breede eikenhouten trap op, die naar de eerste verdieping voerde van den linkervleugel, juist die welke mij had toegeschenen in niet zeer bewoonbaren staat te zijn; toch was het een ruime, oogenschijnlijk goed gemeubelde kamer, die Frits voor mij opende, waar een groot ouderwetsch ledekant met rood moirégordijnen mij het eerst in ’t oog viel. Overigens moest ik mij eene wijle aan de duisternis gewennen die er heerschte, eer ik onderscheiden kon met welke soort van behangsel het vertrek gestoffeerd was, want zeker uit gewoonte had men van de drie hooge ramen slechts een der blinden opengemaakt, en nog wel slechts ten halve; ook toen Frits vroeg of ik nog iets had te belasten, wees ik op die bijzonderheid en gelastte hem wat licht te maken.

Hij verroerde geen vin en bleef stokstijf staan, terwijl hij sprak:

»Jonker! de freule heeft gezegd, dat de blinden gesloten moeten blijven, anders komt er te veel licht… want er zijn geen gordijnen…"