Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/164

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

rust en geen zegen meer geweest; wat zal men zeggen... een huis dat tegen zich zelf verdeeld is, kan niet bestaan, zooals de Schrift zegt. De Jonker heeft er zeker ook wel van gehoord."

»Genoeg, vrouw Pauwels! meer dan genoeg," viel ik in, niet zonder wat humeur; want het doorrammelen der goede vrouw, die ieder oogenblik de corde sensible aanraakte, welke ik besloten had te laten rnsten, veroorzaakte mij een zelfstrijd, die mij norsch en verdrietig stemde. Ik kon haar het zwijgen niet opleggen; ik kon alleen heengaan; en dat werd tijd ook, wilde ik niet als achterblijver beschouwd worden bij ’t ontbijt. Zoo nam ik wat gehaast mijn afscheid, met een »tot weerziens", dat haar eenigszins verbaasd deed opkijken. Blijkbaar had Francis over mij gesproken als de gast van één dag.

In mijne gejaagde gemoedsstemming had ik zeker wat hard geloopen. want ik trof Francis nog alleen in de ontbijtkamer, druk bezig met thee zetten; maar zoodra ik binnenkwam, wilde zij de kamer verlaten, onder pretext dat het water niet goed kookte.

»Heeft de kleine Louw u de eieren gebracht?" vroeg ik, om haar te doen blijven.

»Ja, in orde," sprak zij, terwijl een vluchtig rood even hare wangen kleurde en zij wilde doorgaan.

»Blijf, Francis; ik meen recht te hebben op eene betere ontvangst."

Zwijgend trad zij naar de tafel terug; toen, mij fier en uittartend aanziende, bracht zij uit met eene doffe stem:

»Waarop grondt gij dat recht; omdat gij nu naar hartelust uwe nieuwsgierigheid bevredigd hebt?"

»Het was geen nieuwsgierigheid, freule Mordaunt; het was belangstelling."

»Dat’s een bescheiden woord, waardoor iedere onbescheidenheid wordt gerechtigd. En zijt gij nu voldaan, nu gij alles weet?"

»Ik weet niets, want ik heb niets gevraagd."

»Niets gevraagd! waarlijk niets? op uw woord als edelman?" vroeg zij op eens met levendigheid.

»Ik heb geen tweeëlei woord, Francis! ik heb niets gevraagd, ik heb zelfs niet willen hooren."

»Hm! dat is voorwaar meer zelfbeheersching dan ik van een man had kunnen verwachten."