Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/175

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

arm, dien zij even driftig had opgeheven, viel slap en als machte loos neer. Ik begon nu zelf verlegen te worden met mijne houding; ik kreeg de gewaarwording van iemand die een kapel wil vangen, maar die te hard heeft toegetast en een, vleugel in de hand houdt. Vooral toen zij eindelijk haar, zwijgen verbrak; want het klonk als eene klacht, meer nog dan verwijt, wat zij mij toe voegde:

»Deze vlijmende ironie gaat dieper dan gij vermoedt, Leo!"

»Ik hoop wel dat zij treffen zal, waar zij nut kan doen, Francis! Want geloof mij, mijne bedoeling was niet om te wonden, maar om te genezen," hernam ik op gansch veranderden toon, want ik zag dat zij al haar zelfbeheersching noodig had om niet in snikken uit te barsten. Ik stond op, ging naar haar toe en wilde hare hand nemen, maar nu rees zij op, als door een electrieken schok getroffen; er kwam weer kleur op de marmerbleeke wangen, en de oogen vonkelden van toorn terwijl zij sprak:

»Ik wil van u niet gecureerd worden; mij scheelt niets; ik ben wel zóó als ik ben, Verspil uwe nobele kunst niet aan zoo’n avontuurlijk, zoo’n onhebbelijk schepsel als gij in mij meent te zien,"

»Moet ik u dan niet zien, Francis, zooals gij zelve goedvindt u te toonen? Maar gelukkig bedrieg ik mij niet zóó zeer in u, als gij denkt; ik zal uwe genezing beproeven ondanks u zelve; wilt gij, dat ik u de uitlegging zal geven van de ergerlijke scène die gij in mijn bijzijn aan die heeren hebt vertoond?"

Zij haalde even de schouders op en bleef zwijgen.

»Het is deze," ging ik voort: »gij hebt aan mij willen zeggen: »Gij wilt hier blijven om Majoor Frans te leeren kennen, zoo zal ik hem u toonen in al zijne grofheid en onbehagelijkheid, en dan zullen wij zien, hoelang gij dat uithouden zult;" en daarop, freule Mordaunt, is mijne houding van dit oogenblik. Gij zult het weten dat ik u doorzie, dat ik mij niet laat afschrikken door het ruwe masker dat gij goedvindt voor te doen om… de oorspronkelijke trekken uit te vinden, die… ongetwijfeld liefelijker indruk zullen maken," wilde ik er bijvoegen. Dan… zij liet mij niet uitspreken; ze stampvoette van ergernis, terwijl zij inviel:

»Een masker! ik een masker! men moet maar uit den Haag komen, waar men zich zeker nogal druk maskeert, om mij zulk een verwijt te doen! Voorwaar, Jonker van Zonshoven! achter-