Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/252

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Sachez donc qu’en ce domaine
»D’ oû me chasse encore ta haine
»En seigneur j’ai commandé"

dat wil zeggen, altijd in absentie van den vrijheer en titre; ik was maar de vermoedelijke erfgenaam, een vermoeden, dat, helaas! wel nimmer tot zekerheid zal komen"

Het begon mij te schemeren, toen Francis, verontwaardigd over zijn lossen, schertsenden toon, in zoo schril contrast met de treurige werkelijkheid, inviel met de klare waarheid: »Mijnheer is… Rudolf von Zwenken, de zoon van mijn grootvader."

»Oom te zeggen valt mijne allerliefste nicht altijd wat zwaar, en dat is mijne schuld. Vous voilà en pays de connaissance, neef van Zonshoven!" ging Rudolf voort, nu op zijn vroegeren luchthartigen toon; »maar zij moest mij toestaan hare presentatie eenigszins te rectificeeren. Er bestaat geen Rudolf von Zwenken meer; hij is burgerlijk dood."

»En zedelijk!" verzuchtte Francis halfluid.

»En zoo hij onder dezen naam wilde ressusciteeren," hervatte hij, zonder zich aan de soufilet van Francis te storen, »zou hij zoo iets begaan als een zelfmoord; want hij zou het grootste gevaar loop en om gevangen genomen en gefusilleerd te worden, zonder pardon."

»En dit wetende, en na alles wat er gedaan is om u aan dit gevaar te onttrekken, u nog weer hier te vertoonen, dat is onverantwoordelijk," viel Francis in.

»My dear! wie of wat zegt ù dan, dat ik mij hier vertoonen kom? Representaties geven wij hier in de provincie, dat is waar; maar wie zich dáár bij den volke vertoont is master Richard Smithson, en wel zóó goed gegrimeerd, dat kolonel von Zwenken zelf vóór hem zou staan zonder zijn zoon te herkennen."

»Dat’s heel gelukkig, want zulk eene herkenning zou hem den dood aandoen, daar ben ik zeker van," sprak Francis met hardheid.

»O! là! dearest Francis! gij overdrijft. Mijn heer vader is nooit zoo bijzonder teergevoelig geweest als het mij gold; maar dat doet er niet toe. Hij zal nooit weten wie master Smithson is, en, deze zal hem nooit onder de oogen komen. Maar ’t is een ander geval met Rudolf van Zwenken, die hier is om in alle eerbiedigheid een onderhoud met zijn vader te hebben en die daartoe uwe tusschenkomst inroept, Francis!"