Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/292

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

mijn ridder, die desnoods den degen voor mij trekt," riep Francis, terwijl zij hard wegliep, want zij zag Frits naar haar toekomen, die haar door een wenk beduidde dat hij haar iets te zeggen had.

»Ik ben allermeest haar overwonneling," zei Willibald met een zucht; »en om u de waarheid te zeggen, jonker! dat komt mij heden al heel slecht te pas, want als ik dat diner hier moet bijwonen, kom ik te laat op die soirée en mankeer ik mijn kolonel. En tegen u in vertrouwen gezegd, er is sprake van belangrijke mutatiën bij ons kader en ik heb eenige hoop majoor te worden, een weinigje vóór mijn tijd zeker, en ik zou ’t als eene gunst moeten considereeren; maar toch zou ik ontzaggelijk graag hoofdofficier zijn, te eer daar het eene verplaatsing ten gevolge zou hebben, die ook voor mijne vrouw zeer te pas zou komen."

»Maar mijnheer!waarom dat alles dan niet aan freule Mordaunt gezegd; ik meende dat gij u slechts voor den vorm eenig geweld liet aandoen."

»Neen! ik meende het zeer ernstig; ik had alleen op een vluchtig bezoek gerekend, maar het zou onkiesch zijn geweest dit te zeggen nu zij er zóó op aandrong."

»Mijn beste mijnheer Willibald, dat is eene zwakheid."

»Dat weet ik maar al te goed; ik ben jammerlijk zwak als het haar geldt, en daarom is het heel gelukkig dat mijn vurige wensch om haar tot vrouw te hebben niet is vervuld. Wij zouden elkaar ongelukkig gemaakt hebben, Zij heeft zoozeer de gewoonte aangenomen om niet te cedeeren, en ik heb mij altijd voor haar gekromd; ik schaam mij niet het voor u te bekennen, want gij hebt het zelf ondervonden, — als men haar niet toegeeft…"

»Om de waarheid te zeggen, die ondervinding heb ik nog niet gemaakt, en denk ik ook niet te maken…"

»Nu, dan moet gij op uw qui vive wezen, jonker! dat waarschuw ik u; en ik maak u mijn compliment, als het u gelukt dien weg met haar te gaan, want zij voedt minachting voor zachtmoedigheid, die zij voor zwakheid aanziet, en zij heeft hare redenen om toch al geen hoog gevoelen te hebben van ons geslacht. Wat mij betreft, zij houdt wel van mij, maar telt mij heel weinig; de positie die ik had bij haar grootvader, wien zij om