Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/309

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

was meer een goedhartig vriend dan een verstandig ziekenoppasser. Op straffe van instorten was den herstellende onthouding opgelegd van datgene waar hij als een groot kind naar hunkerde, en de kapitein was onverstandig genoeg om hem in te willigen wat niet diende. Er moest iemand wezen om beiden in ’t oog te houden, en Francis was mij innig dankbaar dat ik bleef, al begreep zij nauwelijks hoe ik deze afzondering voor lief nam, hoe ik het met mijne bezigheden schikte om weken aaneen uit mijne woonplaats afwezend te zijn. Zij kon wel niet weten dat ik geen gewichtiger bezigheid had dan haar gade te slaan en haar hart te winnen. Ik wendde voor dat mijn schrijfwerk overal evengoed was te verrichten. Daar zij mij soms pakketten zag verzenden, hield zij zich met die uitlegging tevreden, en bewonderde zeker in stilte meer dan ik het verdiende mijne zelfverloochening. Zelve was zij subliem van vrouwelijk devouement; zij had ondanks alles haar grootvader lief, zij vergat alle groote offers, die zij hem had gebracht, en had gemoedsbezwaren over de lichtere grieven die zij hem had aangedaan. Toen hij in levensgevaar verkeerde, trof ik haar soms geknield voor zijn ziekbed, hem vergiffenis smeekende voor hare hardheid en onwillekeurige vergrijpen, en toch, toen hij herstelde zag zij zelve in, dat zwakheid en toegevendheid hem niet dienden. Gedurende zijne ziekte raakte ik heter op de hoogte van zijne zaken en zijn bedrijf, dan het door jaren samenlevens had kunnen geschieden. In een helder oogenblik had hij mij opgedragen brieven en berichten die er voor hem komen mochten in te zien. Ik kreeg de zekerheid van gevaarlijke speculaties, de zekerheid dat hij nu schulden maakte achter Francis om. Toen hij begon te herstellen, achtte ik het mijn plicht hem in eene rustige ure daarover ernstig te onderhouden en te doen inzien welke jammer hij over Francis bracht als hij dus voort ging. Hetzij dat het de overblijvende zwakte was die hem week en gevoelig maakte, hetzij hij werkelijk in de lange slapelooze nachten waarin hij roerloos, maar toch met volle bewustzijn, neerlag, bij zich zelven reeds zulke overwegingen had gemaakt, hij beleed schuld; al schoof hij zijne verkeerde handelwijze op den wensch om Francis langs dien weg eenige fortuin na te laten; maar hij beloofde mij dat alles voor goed af te snijden en wist geen ander redmiddel dan het verkoopen van de Werve op de meest gunstige voorwaarden. Het