Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/322

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

getuigen: Vrouw Jool en hare dochter! De laatste wierp zich in wilde vertwijfeling naast den stervende neer.

»My bride! my poor bride!" stamelde Harry; en tot mij: »dear miss Francis, pity on her!"

Ik deed toen eene belofte, Leopold! en al had ik niets beloofd, ik zou toch alles gedaan hebben wat ik kon.

Het ongelukkige meisje was verwilderd van smart en schaamte: zij moest moeder worden!

Wij wisten niet eens dat Harry zulk eene betrekking had. Hij had het voor ons verborgen, daar hij geen kans zag om te trouwen zoolang hij in onzen dienst bleef op een lang niet meer schitterend jaargeld, en op het goed van mijns vaders familie geboren, beschouwde hij zich niet als een gewoon bediende, die zijn meester den dienst opzegt als er een betere positie te verkrijgen is. De gedachte om heen te gaan, nu het bij ons op stal altijd schraalder en lediger werd, kon niet in hem opkomen. Het blijkt echter dat vrouw Jool, een laaghartig en baatzuchtig mensch, hem telkens op dat punt het hoofd warm maakte en hare dochter opstookte om hem aan te zetten ons huis te verlaten.

Die tweestrijd tusschen zijne trouw aan ons en de rechten van het hart maakte hem in den laatsten tijd norsch en wrevelig. Als ik hem ondervroeg, ontkende hij dat er iets haperde; maar met zulk eene gedrukte houding, dat men wel raden kon dat er iets. achter stak. Ik vorschte er naar, maar tevergeefs; de andere bedienden klaagden over hem als over een lastig mensch, die aan vlagen van melancholie leed. Dit maakte dan ook dat ik zijne waarschuwing op dien noodlottigen rijtoer in den wind sloeg, ik schreef het toe aan zijne zwaartillendheid, wat voorzichtigheid en goed beraad hem ingeven.

Ik vrees de verdenking uit te spreken, en toch is zij niet uit de lucht gegrepen, dat vrouw Jool zelve heeft medegewerkt tot den val van haar kind. Zij wilde Harry in de verplichting brengen om te trouwen, en meende dat al het verdere wel volgen zou. De rampspoedige dood van haar toekomstigen schoonzoon was voor haar eene misrekening, maar… nú werd ik hare prooi. Zij stookte hare dochter tegen mij op; zij hitste alles tegen mij aan… wat naar haar luisteren wilde; zij stelde mijn smartelijken uitroep voor als eene bekentenis van moedwilligen doodslag. Het liep zoo hoog, dat wij er iemand van onze kennis, die in de recht-