Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/367

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Lize! die zoo ontrouw was en zoo praatziek!"

»Maar wat kon zij aardig een kapseltje chiffoneeren, en wat was zij eene vlugge kamenier!"

Mevrouw Trotsenburg haalde de schouders op.

»Ik wil zelve voor u doen wat ik kan, maar eene kamenier kan ik u niet meer geven, Laura, dat weet gij wel," sprak zij op doffen, mismoedigen toon, en verliet het vertrek.

Laura bleef met hare onvervulde wenschen, met hare knorrige bui alleen. »Had ik ooit kunnen denken, dat ik zóó ongelukkig zou worden!" barstte zij uit; en tranen, werkelijke tranen parelden in de diepe blauwe oogen. — Gelukkig dat de moeder die niet zag; mogelijk had deze haar in den angst haars harten eene kamenier toegezegd!


Een half uur later trad mevrouw Trotsenburg weer binnen, gekleed voor de plechtigheid, die zij moest bijwonen, in een deftig zwart zijden japon, een hoedje van zwarte tulle en een kanten sjaal, kennelijk geen aankoop van den laatsten tijd. Zij hield een bouquet in de hand die zij in een bloemvaas plaatste en dicht bij Laura neerzette, terwijl zij sprak: »Die goede Marianne zendt u alweer bloemen! Wil ik even bij haar aanrijden en vragen of zij u wat gezelschap komt houden?"

»Liever niet! Marianne kan zoo vreeselijk vervelend zijn."

»Dat heb ik nooit kunnen merken; zij heeft een goed hart, zij heeft een helder oordeel, zij heeft smaak,"

»Smaak! dat toont zij althans niet in hare kleeding. Ze kan zich zoo raar toetakelen! Laatst, we waren al in Juni, kwam ze hier in een donkerbruine japon en een hoedje met zwart lint; ze zag er uit of ze in een gesticht thuis hoorde; en dat in ’t beste van den zomer.."

»Marianne is niet zoo heel jong meer; zij weet dat zij niet mooi is, en dus getuigt het juist van haar goeden smaak, dat zij zich niet tracht op te schikken."

»Maar ’t is toch niet pleizierig voor Albert, dat zijne zuster zich kleedt als eene hofjesjuffrouw."

»Wat zij niet aan haar toilet besteedt, kan hem dienen in zijne huishouding."

»Foei, mama! gij praat er over of Albert een arme stakkert ware!"