Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/373

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Voorbij te gaan ’t geen onder ons bereik ligt, om naar het onbereikbare te streven, dat is onverstand, dat geef ik u toe. Maar mij dunkt, sinds gij nog helderheid van geest hebt om het gevaarlijke van zulke handelwijs te zien, staat het toch aan u om er aan te ontkomen."

»Dat is nog zoo zeker niet: ik worstel, ik strijd met mij zelven; maar, helaas! de hartstocht is in het spel, en ik vrees dat die mij drijven zal…"

»Toch niet tot eene dwaasheid, tot eene nederlaag?" vroeg Marius met sprekende belangstelling.

»Ik durf er geen neen op zeggen. Ik heb oogenblikken van zwakheid…" antwoordde Albert met neergeslagen oogen,

»Dan wordt het hoog tijd dat eene vriendenhand de uwe vat, om u te versterken," hernam Marius, de daad bij het woord voegend. Toen met eene goedheid, waarvan de stem als de blik getuigde, ging hij voort: »Schenk mij uw volle vertrouwen, Albert! Welke hartstocht is het die u voortdrijft? Toch niet het spel?"

»Denk niet zoo laag van mij, omdat ik mij zelf van zwakheid aanklaagde."

»Gij zijt eerzuchtig?"

»Hm! niet meer dan ieder die vooruit wil komen… de prikkel mijner ambitie zou mij slechts aanzetten om druk en goed te werken, en dan zou ik er komen, gij weet het. De oppositie is in onzen tijd geene hindernis meer, die men met een macht. woord uit den weg ruimt; men rekent er mee; het zou mij niet onmogelijk zijn eens eene goede positie te veroveren, zonder mijne beginselen op te geven, integendeel door ze te laten gelden. Maar… datgene wat mij kwelt, hindert mij juist in mijn werk, ’t geeft mij distracties, ongedurigheid, wrevel, maakt mij ongeschikt voor ’t geen mij het noodigste is, in één woord, overheerscht mij als de grilligste tiran…"

»Dus verliefd!" sprak Marius glimlachend.

»Ik kàn er niet meer aan twijfelen," antwoordde Albert, en liet mismoedig het hoofd op de hand rusten.

»Maar dat is toch zulk een groot ongeluk niet, dunkt mij; waarom zoudt gij niet trouwen?"

»Ziedaar het onbereikbare voor mij."

»Te groot verschil van sociale positie?" vroeg Marius bedenkelijk.