Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/378

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

woorden, »ik zou in de gelegenheid zijn zulke eischen te bevredigen. Maar de vrouw, die ze stelde, eer zij besluiten kon mij haar hart te schenken, de vrouw, die eene villa en een vierspan onontbeerlijk achtte tot haar geluk, zou de mijne niet zijn!"

»Meen nu ook niet, dat Laura zulke zware eischen stelt; ik zei dat maar par manière de dire, om uit te drukken dat zij naar de grootschheid des levens dorst; maar zij eischt daarom de volle teugen niet. Overigens heeft zij vele goede. hoedanigheden — hare gratie, hare schoonheid niet eens medegerekend. Zij is geen weerhaan, zooals de meeste jonge dames, die over niets hare eigene opinie hebben en met iederen wind draaien; zij, oprecht en rondborstig, wil niet beter schijnen dan zij is, en…"

»Ik wil haar alle mogelijke deugden toekennen, die er te bedenken zijn; ik zeg alleen: als eene vrouw onder de macht is van ijdelheid en begeerlijkheid, als zij zelve niet voelt dat het geluk moet gezocht worden in den huiselijken kring, dan zou ik haar het mijne niet durven toevertrouwen, allerminst in haar de opvoedster mijner kinderen willen zien."

»Dat ben ik geheel met u eens. Maar, om zoo beslist te spreken, bovenal zoo kloek te handelen, moet men niet met den hartstocht behoeven te rekenen, Ik strijd tegen den mijnen, maar ik heb nog niet overwonnen. Gij ziet dat er oorzaak is voor die hinderlijke distracties bij mijn werk; ik had gehoopt, dat gij mij er af zoudt helpen, maar ik zie \’t wel, ik blijf aan dezelfde kwellingen, aan dezelfde slingeringen prijsgegeven."

»Neen toch! want als gij naar mijn raad wilt luisteren, zult gij er een kort en goed eind aan maken."

»Op welke wijze?… Verwijdering, zult gij zeggen, maar dat gaat in mijne betrekking moeilijk; hier blijven en mij toch van haar afwenden, dat heeft ook zijn bezwaar. Ik heb mij zelve de penitentie al opgelegd haar in eenige dagen niet te bezoeken… Maar ik zal er toch weer toe moeten komen; er zijn relaties, convenances, waarmee men niet zoo in eens breken kan… en…"

»Gij moet ook niet breken zonder dat er reden toe bestaat. Vraag haar ten huwelijk, nu, onverwijld, op de conditiën, waarin gij nu staat."

»En… als zij toestemde? Dan was ik immers mooi in de