Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/389

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kleeding, een eenvoudig man, maar toch is hij van goede familie… een Adelsteyn — zooals ik meen verstaan te hebben."

»Ik geloof dat mama nog aan zekeren Adelsteyn geparenteerd is."

»Het zou heel wel kunnen zijn, dat hij van die verwantschap weet…… In elk geval zal Albert hem genoeg over u gesproken hebben om zijn verlangen op te wekken, u te leeren kennen." »zoudt gij dat denken? Ik meende dat Albert nauwlijks meer aan mij dacht!"

»Gij weet wel beter, Laura!" hernam Marianne, half verwijtend, half weemoedig.

»Ik heb hem in geen acht dagen gezien…… en toch, hij weet van mijn ongeval, hij weet, dat ik hier als eene gevangene in mijne kamer ben opgesloten, dat ik nog niet eens vrijheid heb van de canalpé op te staan…"

»Iederen dag moet ik naar u laten vragen en u een bouquet zenden; de mooiste rozen van den tuin worden er voor geplukt!"

»Dat is recht hartelijk van u…"

»Ook zijn ze u van harte gegund! Gij weet wel, Laura! dat ik graag iets voor u doe als ik kan…"

»Dat komt mij nu zeer goed te pas!" viel Laura in op minder koelen toon. »Mama heeft mij een werkje opgedragen, waar ik niets geen lust in heb; zij moest uit, en kon het zelve niet doen, en de boekjes moeten vandaag nog verzonden worden."

»Die boekjes?" vroeg Marianne, wier blik de vingerwijzing van Laura was gevolgd, en die ze reeds ter hand had genomen. »O! die zijn zeker van het damesleesgezelschap? Moeten ze in orde gebracht ter verzending?"

»Precies, zoo is ’t! Wilt gij dat voor mij beredderen?"

»Wel zeker, ik ben al bezig. Maar wacht, nu ik toch wat blijven moet, wil ik mijn mantel maar niet omhouden, en ook mijn hoed afzetten," Zoo deed zij vlug en vaardig, en ving aan met den lichten arbeid, waar Laura zoo tegen op zag.

Terwijl zij bezig is, willen wij haar even opnemen; al ware ’t maar alleen om de vraag te beantwoorden, die Marius in ’t gaan naar de tentoonstelling, bij wijze van aparte, aan Albert had gericht:

»A propos! is die zuster van je oud of jong, mooi of leelijk?"