Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/441

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»En nu, lieve mevrouw! gij begrijpt dat ik u dit alles niet vertel om Laura verdriet te doen, maar alleen omdat ik u oprechtheid schuldig ben, en opdat gij daarvan aan haar zoudt mededeelen, wat gij gelooft dat haar noodig kan zijn. Gij… verstaat mij, niet waar?" — En het nobele kind had tranen in de oogen terwijl zij dit zeide.

»Ja, ik versta u, goede Marianne!" En mevrouw Trotsenburg rees op, kuste haar het voorhoofd en zuchtte terwijl zij bij zich zelve bedacht, hoe gelukkig eene moeder zou zijn met zulk eene dochter.



VII.


Bij hare dochter teruggekeerd en genoodzaakt het voornaamste van ’t geen zij vernomen had mee te deelen, al was het ook op de meest verschoonende wijze voor Laura, werd mevrouw Trotsenburg spoedig gewaar hoe weinig deze in zachtheid en zelfbeheersching op Marianne geleek. Zij voelde zich diep gekrenkt door Albert, en het scheen haar toe, dat de onverwachte keer in Marianne’s lot eene persoonlijke beleediging was voor haar. O! zeker, die man uit den Achterhoek, die visites maakte met vetleeren laarzen en lil d’ écosse handschoenen aan, zou nooit genade hebben gevonden in hare oogen. Maar dat hij hare jeugd, hare schoonheid en gratie met opzettelijke achteloosheid was voorbijgegaan om den blik te wenden naar »de leelijke oude vrijster", zooals zij Marianne noemde, dat kwetste haar op de teerste plek, en zij uitte hare gekrenktheid in de heftigste bewoordingen. Zij kon niet gelooven dat alles zich zoo eenvoudig en natuurlijk had toegedragen als Marianne ’t had voorgesteld; zij noemde deze eene huichelaarster, die zich had voorgedaan als een toonbeeld van deugd en zachtzinnigheid, om eene rijke partij in te palmen; zij noemde haar eene intrigante, die haar invloed op Albert had aangewend om dezen voor goed van haar te verwijderen. Maar die toeleg zou toch niet gelukken: Albert moest naar den Haag terugkeeren, al was het voor nog zoo korten tijd. Dat hij haar ontvlucht was, bewees hoezeer hij zich zwak voelde. Welnu, zoo zou zij hem toon en dat ze sterk was en hem niet vreesde; zij zou op Marianne's receptie verschijnen; willens of