Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/440

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

volle kon bevredigen. Maar Albert schudde het hoofd en zeide met vastheid, dat hij zijn geluk niet wilde danken aan veranderde omstandigheden, en dat hij maar één wensch had, waarbij het aanbod van Marius hem te hulp kon komen, namelijk van woonplaats veranderen, briser ses vaisseaux, zooals hij zich uitdrukte, om voor goed aan eiken terugkeer tot het verledene een eind te maken." — Marianne zweeg, en drukte de hand van mevrouw Trotsenburg, die in zichtbare ontroering had toegeluisterd.

»En gij gelooft dat hij daarbij blijven zal?" vroeg deze op moedeloozen toon.

»Ja, ik geloof het; ik zou u niet met valsche hoop willen misleiden, waar gij mij zegt, beste vriendin, behoefte te hebben aan zekerheid. Voor zij op reis zijn gegaan is alles zoo geschikt, dat Albert hier niet weer behoeft terug te komen, dan om mijn huwelijk. Dit huis is van de hand gedaan, zijne betrekking bij de courant wordt voorloopig door een ander waargenomen. Doch Albert behoeft die niet op te geven, hoewel hij den Haag verlaat. Marius zegt dat er in zijne provincie groote behoefte is aan een blad dat de industriële belangen bespreekt; hij heeft er veel voor over dit te verkrijgen, en hij heeft de andere heeren van de redactie weten te beduiden dat het juist voor de residentie noodig is, een stem uit den Achterhoek te hooren, — Wat mij betreft, ik ben nu druk bezig met pakken, de huiselijke zaken te regelen en onder alles door voor mijn uitzet te zorgen; want als de heeren terugkomen wordt het engagement publiek, en Marius, die beweert dat hij een veel te slechte Courmacher is om lang geëngageerd te blijven, wil als in één adem verloofd en bruidegom zijn!"

»Zal uw huwelijk zoo spoedig doorgaan?"

»Heel spoedig! Maar alles zal stil afloopen, zooals u wel denken kunt. Ik heb hier haast geen kennissen, en Albert heeft geen lust er de zijne bij te roepen, terwijl Marius en ik alle drukte en omslag haten bij den ernst van zulk een verbintenis Daarop trekken wij gezamenlijk naar Mariën-hoeve, het buitengoed van Adelsteyn, in de nabuurschap van de fabriekstad, waar hij meest zijne zaken heeft. Albert krijgt daar eene geheele verdieping tot zijne beschikking, waar hij zich inrichten kan zooals hij verkiest, en zoo kan ik blijven voortgaan hem van alle huiselijke zorgen te ontheffen.