Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/461

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

weelen portiêes. Ten laatste, toen de toestand bijna onhoudbaar werd, kwam het tot een vergelijk, waarop de dofste stilte, de ijzigste koelheid volgde na de hitte van den strijd; men kwelde elkaar niet meer, men vermeed elkander zooveel de sociale positie, die men behouden wilde, dat toeliet. Het decorum bleef bewaard voor de bedienden, de vormen bleven hoffelijk voor de wereld, en toch de eersten, die een scherp oog hebben om de wonde plek hunner meesters te zien, zeiden zoo onder elkaar, »dat zij er alles van wisten," en de wereld was wellevend genoeg om niets te willen zien dan ’t geen men haar toonde. En als mevrouw de barones van Leeuwendael uitreed met hare prachtige schimmels… werd zij nog soms benijd door wie haar aangaapten!

Hoe mevrouw Trotsenburg onder dit alles leed, kan men denken. Eerst had zij Laura met moederlijken raad willen dienen, maar was zoo stug, zoo hooghartig teruggestooten, dat zij voortaan de barones van Leeuwendael aan zich zelve overliet. Niet dan zelden bezocht deze hare moeder; de baron zelf onderhield de betrekking juist genoeg om den uiterlijken schijn te bewaren.

Op zekeren avond kreeg Laura een zeer slecht geschreven, zeer "verward briefje van hare moeder, met het verzoek om een uurtje bij haar te komen, daar zij zich niet al te wel voelde. Ongelukkig maakte de barones zich juist gereed om naar het hofbal te gaan. Zij liet antwoorden dat zij des anderen daags zoude komen. — Des anderen daags, in de vroegte, werd van Leeuwendael geroepen bij het sterfbed zijner schoonmoeder; — de goede vrouw had Laura niet al te zeer willen verschrikken en daarom zelve nog haar laatste verlangen op papier gekrabbeld.

Eer de barones, die tot laat in den nacht had gedanst, uit haar zwaren slaap was gewekt en zich in zenuwachtige haast had gekleed, was reeds de zwakke moeder niet meer, die haar als kind, als jong meisje had vertroeteld, en wier ouderdom zij niet had vertroost.

Weinig tijds daarna stierf ook die bloedverwant van Adelsteyn, op wiens nalatenschap Laura eenmaal hare hoop had gevestigd. Bedrogen werd die niet. Zij was tot universeele erfgename benoemd. Maar wat kon het haar nu schelen! Eenige tonnen schats meer veranderden niets in haar toestand. Zij brachten veeleer