Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/460

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

geeren tot haar huwelijk. Toen dat doorging, was Laura al op hare bruidsreis natuurlijk te beginnen met — Parijs.

Bij hare thuiskomst had de barones Leeuwendael alles wat zij gewenscht had: weelde, weelde, en nogmaals weelde, onder iederen vorm en in de uiterste verfijning.

Zij genoot er van met volle teugen en meende dat zij nooit zou verzadigd zijn… tot zij er op zekeren dag van begon te walgen. Van dien dag af leed zij aan de verschrikkelijke kwaal der verveling uit oververzadiging. Zij had in dit alles nooit iets gezocht dan zich zelve, nooit iets bedoeld dan zich zelve, en nu zij pijnlijk voelde dat het haar toch niet kon voldoen, achtte zij dat zij het te duur had gekocht, en weet dit allereerst aan hem die het haar had geleverd .

Zij had teederheid voor hem gehuicheld. Zij toonde hem niets meer dan onverschilligheid, waaronder de diepste afkeer was verborgen.

Teleurgesteld in zijne zoetste verwachting, in zijn rechtmatigen eisch dat de vrouw, die hij alles had gegeven wat zij kon begeeren, aan welke hij afgodische liefde had gewijd, hem ten minste tot eene vriendelijke levensgezellin zou zijn, verkeerde zijn hartstocht in verbittering, en hij toonde haar nu de andere zijde van zijne persoonlijkheid die zij nog niet kende: hij toonde haar den harden meester! Hij was brieschend jaloersch en — redeloos: want al vroeg hare ijdelheid bewondering, al verkreeg zij die, het lag niet in haar aard iets terug te geven, iets voor anderen te wagen, en zij was zeer voorzichtig, zij compromitteerde zich nooit. Hij wist het dat zijne jaloezie hem belachelijk moest maken en verborg haar daarom onder den vorm van de teederste bezorgdheid, die het haar onbeschrijfelijk lastig maakte. Het was eene vervolging van iederen dag, van ieder uur. Hij beperkte hare vrijheid, hij liet haar geen oogenblik alleen, hij dwong haar uit te gaan, want hij wilde ten minste pronken met het bolle vergulde afgodsbeeld — maar hij knarsetandde van ergernis, als anderen er voor knielden, Hij wist zich te verbergen voor de wereld — maar wat er gistte in zijn binnenste, moest soms tot uitbarsting komen in het tête à tête. Dan staken de stormen op, — en zij was geene bieze die zich zou buigen!

De hel spookte onder de prachtige plafonds, achter de flu-