Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

heeft een scherp geheugen en even scherpen blik. Zij wist wie zij in de nabuurschap der Werve had gelaten om de wacht te houden over alles wat er geschiedde. De verjaagde rentmeester , die hare bedoelingen had geraden, had met de waakzaamheid een er vlammende wraakzucht von Zwenkens nadeelige financiëele operatiën gadegeslagen, en er haar steeds nauwkeurig kennis van gegeven.

Op die aanwijzingen afgaande, had zij door tusschenpersonen langzamerhand zich meesteresse gemaakt van alles wat hij verkocht. Een procureur in de naast bij de Werve gelegen stad, die hem zonder aarzeling de groote sommen geld opschoot, waarmee hij zijn goed bezwaarde, maar die onverbiddelijk was waar het rentebetaling gold, was haar executeur, deed niets zonder hare orders, en hield haar zoo goed op de hoogte, dat zij met zekerheid dag en uur wist te berekenen, waarop von Zwenken in geldverlegenheid moest verkeeren.

Eens toen zij het gunstig oogenblik daartoe gekomen achtte, zond zij van Beek op hem af als bemiddelaar, niet juist van den vrede, want tot verzoening neigde zij niet, maar toch met een zeer aannemelijk voorstel. Hij zou haar het huis met de Heerlijkheid, die niets meer dan een ledige titel was, verkoopen, voor eene hoogst aanzienlijke som, die niemand er voor geven zou dan zij, reeds in ’t geheim eigenares van al de omliggende gronden; maar de generaal was te fier en te veel verbitterd op zijne schoonzuster, om in dat voorstel te treden. Hij liet antwoorden dat hij tot geen prijs de Heerlijkheid zou afstaan, en wat het huis aanging: dat hij zijne overledene vrouw had beloofd er hare zuster buiten te houden, en dat hij liever het dak boven zijn eigen hoofd zou zien instorten dan er haar recht van intrede te geven. Had hij toen kunnen weten, wat hem nog onbekend is gebleven, welke maatregelen zij reeds had genomen om zijn lot in hare macht te houden, waarschijnlijk zou hij zich tweemaal hebben bedacht eer hij haar voorslag zoo botaf had geweigerd. Maar de generaal schijnt wat brusk uitgevallen en scheen zich overtuigd te houden, dat er wel nooit kwestie kon zijn van zoo diepen val.

Hij moet echter sinds zijne retraite op de Werve zijne leefwijze zoozeer vereenvoudigd hebben, dat zijn pensioen toereikend bleek voor zijne behoeften, terwijl de hooge interesten die hij