Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/54

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Mijne teleurstelling moet zich op mijn gelaat hebben geteekend, want de goedhartige man hernam met zekere meewarigheid en als verontschuldigde hij zich over zijne onkunde op dit punt:

»Weet gij, Jonker! de overste leefde destijds op een grooten voet en er bestond toen nog zekere afscheiding tusschen den militairen kring en den burgerlijken, die nu is weggevallen. Ik, bij mijne drukke bezigheden en weduwnaar, hield mij buiten de conversatie. Sinds ik hertrouwd ben doe ik zoo wat mee, en ’t is hier met diners en partijen druk genoeg en nu wij hier van spreken, van avond is er een soiréetje bij mij aan huis; daar komen jonge dames, die met freule Mordaunt hebben geconverseerd. Wees heden mijn gast; gij kunt den tocht naar de Werve toch moeielijk in den middag ondernemen. Ik zal u voorstellen als iemand die hier naar een buitentje in den omtrek komt rond zien. Want gij begrijpt, in een stadje als het onze moet men de reden kennen van uw oponthoud, of men gaat er allerlei gissingen over maken van eigen vinding. Ik zal ’t gesprek op de von Zwenkens brengen, en gij kunt toeluisteren; dat is het beste wat ik er op weet."

Ik vond het ook zoo kwaad niet. In het logement waar ik verblijf had genomen (het eenige dragelijke), had men mij gezegd, was het niet vroolijk den avond door te brengen, en eene gezellige bijeenkomst had in eene kleine stad, nevens de eigen aardige bezwaren, toch ook hare voordeelen, in dezen althans voor mij.

Ik nam aan, dineerde geheel en famille met den heer Over berg en zijne vrouw, gulle joviale lieden, wie men het niet zou aanzien dat zij behoorden tot het gilde:

„De petits avocats
„Qui se sont fait des sous
„En rognant des ducats."


En toch was mr. Overberg een geducht man op zijn terrein. Hij was er voor bekend, dat hij zijne schapen niet vilde, maar zachtkens schoor. Toch raakten zij hunne vacht kwijt als ze eens in zijne handen kwamen. Waarheid is, dat hij ze niet lokte noch valstrikken spreidde, dat hij integendeel waarschuwde voor processen waar men zijne hulp als procureur inriep. Hij hield niet