Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/57

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

was niet au dépourvu, dat bleek heel duidelijk, daar zij twee dagen daarna, bij een simpel damespartijtje, waar we tegen tien ure, door onze bedienden geëscorteerd, weer naar huis gingen, en grande toilette verscheen, gedecolleteerd of ze had moeten dansen, éblouissant door hare parure en met kostbare diamanten spelden in haar kapsel! Nu vraag ik u eens, was dat niet om ons allen te railleeren en bloëig te krenken?"

»Het komt mij voor, dat zij hare vriendinnen meer eer wilde aandoen dan hare cavaliers."

»Waarheid is, dat zij al heel weinig complimenten maakt met de heeren," viel eene schrale ouderwetsch gekleede oude juffer in, die zeker de laatste had moeten zijn om partij te trekken voor een geslacht, dat haar blijkbaar verwaarloosd had.

»En dezen hebben haar wis die nonchalance gereciproceerd?" vroeg ik. »Zij heeft denkelijk den ganschen avond tapisserie gemaakt nevens de dames van leeftijd."

»Omdat zij zelve het dus wilde," viel het weeuwtje weer in. »Hoe zij er ook uitzag, zij was zeker dat zij dansers kon krijgen. Alle jonge officieren zijn als vanzelf verplicht de dochter, nicht of kleindochter van hun kolonel zoo wat het hof te maken. Daarenboven verstond Francis Mordaunt heel goed de kunst om aan te trekken door af te stooten. Ondanks al hare bizarrerie en al hare caprices was zij nooit om een cavalier verlegen. Nauwelijks trad zij ergens binnen of zij wist de opmerkzaamheid tot zich te trekken. De heeren omringden haar, zij werd gevleid, gecourtiseerd…"

»Ja! gecourtiseerd, dat kan wel zijn, maar niet geconsidereerd, dat is zeker!" viel de oude vrijster in. »Het was meest om haar gerisqueerde aardigheden te ontlokken, of zulke uitvallen, waar door ze befaamd is geworden."

»Waarheid is, dat iedereen zich amuseerde met hare bijtende reparties."

»Die de dames vreesden," sprak een der heeren half schertsend, half verwijtend, »omdat ze in den regel even juist waren als scherp."

»In den regel koos zij de heeren tot point de mire van hare raillerie."

»Hoe vreemd dan toch, dat de dames zoo weinig hare partij trekken," kon ik niet nalaten aan te merken.