Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/70

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

wezen zou moeten bezitten, waarmee ik voor het leven zou willen verbonden zijn, zou die verbintenis iets meer zijn dan een uiterlijke band, heb ik wel eens bij mij zelven bediscussieerd, en ik was het gansch niet met van Lennep eens, dat de grootste verdienste eener vrouw juist daarin bestaat, dat er niets van haar te zeggen valt, dan dat zij met volharding kousen maast en de teerste zorg koestert voor de groote wasch. Als mevrouw de Witt zekeren zachten invloed had weten te oefenen op haar gemaal, zou de gerechtelijke moord van Buat vermoedelijk zijn voorkomen en deze vlek niet hebben gerust op het karakter van den eminenten leider der oligarchische republiek. Ik wil daarmee niet gezegd hebben, dat iedere vrouw, of zij er aanleg voor heeft of niet, zich zou moeten mengen in de zaken van staat; ik meen alleen, dat die absolute onbeduidendheid mij voor mij zelven als vis-à-vis voor het leven iets vreeselijk vervelends en ledigs zou toeschijnen, en dat ik het oordeel van Jean Paul over de blijdschap der mannen, als de kortstondige dichteres, die hunne bruid was, spoedig na het huwelijk in eene spinnende huispoes verandert, niet deel en kan. Als er geest en hart is, kan dat uitkomen in alle détails van het leven, om dat te sieren en te verheffende vrouw die dat wist te vatten, wie zij dan ook overigens ware, musicienne of kousenstopster, bezield met liefde voor de kunst en literatuur, of simpellijk haar lust vindend in ’t volbrengen harer huiselijke plichten, zou zeker kunnen zijn van mijne duurzame genegenheid. Alleen heb ik mij nooit verveeld, maar de verveling à deux moet, dunkt mij, de afschuwelijkste kwelling zijn, die tot uitspattingen zou voeren.

En nu, ik moet het u eerlijk opbiechten, Willem; al hadt gij het misschien niet uit ons vroeger gesprek geraden, in al de zonderlingheden die mij van Francis ter oore komen zie ik iets van dat ideaal. Zij heeft karakter, zij schijnt geest te bezitten, al wordt haar hart ontzegd. Zij durft zich zelve zijn, en juist dit faalt onze meeste jonge dames, die allen op iets anders willen gelijken, dat zij eigenlijk niet zijn; die geene eigene opinie hebben, maar als zekere insecten de kleur aannemen van het blad waarop zij rusten. Dit geeft iets onwaars, iets onbestemds aan geheel haar bestaan, dat ik niet betrouwbaar acht. In die allerliefste modepoppetjes, op alles afgericht, behalve steun te zoeken in eigen vaste beginselen, schuilen soms kuren en grillen, die