Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/75

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zoo vroolijk maakt over uws naasten ongeval, Gij zoudt beter doen ons den weg te wijzen om verder te komen."

»Daar is hier geen verder komen, dat is, dunkt me, wel te zien. Wie in ’t bosch komt anders dan om rond te rijden heeft een domme streek begaan. Ziedaar alles.

»En gij dan?"

»Ik!" Zij lachte weer, »ik ben met mijn paard over de droge sloot gesprongen daar tusschen de struiken door, en zoo ben ik op de heide gekomen. Doe het mij na als gij lust hebt, maar met paard en wagen zal het niet best gaan; Waar wilt gij eigenlijk heen?"

»Naar het Huis de Werve!"

»Naar de Werve!" herhaalde zij, en verledigde zich nu eerst van hare hoogte af te dalen en tot op den zoom van de sloot te naderen, van waar ik haar stond toe te spreken.

»Wat hebt gij op het kasteel te doen, mijnheer?" vroeg zij nu op geheel anderen toon, niet meer de luchtige, ongegeneerde van somebody, die zich tegen nobody niet behoeft te ontzien.

»Een bezoek brengen aan den generaal von Zwenken en aan de Freule Mordaunt, zijne kleindochter."

»De generaal wacht geene bezoeken meer af, en wat gij aan zijne kleindochter te zeggen hebt, kunt gij aan mij richten. Ik ben de freule Mordaunt."

»Ik kan het nauwelijks gelooven, maar indien het waar is, verzoek ik de freule mij eene minder ongeschikte plaats aan te wijzen voor een onderhoud, dan deze hier; dat wat ik te zeggen heb kan niet uitgescheeuwd worden over eene droge sloot en ten aanhoore van een koetsier ."

»Zoo rijd met het wagentje terug tot aan den tol, dáár vindt men den weg naar het dorp en naar ’t kasteel, als dat bezoek zoo noodig is."

»Opdat gij mij mogelijk aan de poort zoudt laten afwijzen, Majoor!" zeide ik in mij zelven; »neen, de gelegenheid is er nu, en ik zal die niet laten glippen." Ik gaf den koetsier order om terug te rijden, die zich dit geen tweemaal liet zeggen, zette den stevigen wandelstok, waarvan ik mij voorzien had, zoo goed mogelijk in den weeken mosgrond, en kwam op de andere zijde, zonder dat ik zelf recht wist hoe; het was mij een oogenblik groen en geel voor de oogen; zoo ik het ongeluk had gehad mijn sprong