Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/79

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Dat’s grof," sprak zij eindelijk, en zag mij aan met een blik of er een pijl uit hare oogen zou schieten.

»Gij hebt oprechtheid gewild en zegt die te kunnen verdragen," gaf ik ten antwoord.

»Gij hebt gelijk, en gij zult ondervinden dat ik de waarheid sprak. Sla toe, neef! daar is mijne hand; ik geloof dat wij vrienden zullen worden."

»Zoo hoop ik, nicht; Maar wees nu niet ten halve edelmoedig. Laat mij u werkelijk de hand drukken; niet die grove rijhandschoen."

»Gij zijt een fat," zei ze, het hoofd schuddend; »Maar gij zult uw zin hebben; ziedaar!" En eene fijne, blanke hand lag in de mijne, die ik een minuut langer vasthield dan volstrekt noodig was; zij scheen het niet op te merken.

»Maar noem mij Francis, ik zal Leo tegen u zeggen. Dat »neven en nichten" tegen elkaar is zoo vervelend," sprak zij op gullen toon.

»Volgaarne!" en ik drukte opnieuw de hand, die zich nu eerst vrij maakte, terwijl zij voortging met een mengeling van schalkschheid en ernst, die haar goed afging; maar de koetsier moet u toch gezegd hebben dat hij Majoor Frans had herkend."

»Dat is maar al te waar; en gij, Francis, vindt gij het niet uiterst krenkend, dat men zich verstout u zóó te noemen?"

»Och neen, dat trek ik mij volstrekt niet aan; ik weet nu eenmaal dat ze mij dien bijnaam gegeven hebben, Ik ben er niet beter en niet slechter om. Ik weet heel goed, dat ze mij hier in den omtrek nawijzen als een kozak of een cavalerie-officier, omdat ik met meer gemak paard rijd dan de steedsche nufjes, en dat ze mij overal aangapen als een kermiswonder, omdat ik de vrijheid neem mij te kleeden naar mijne conveniëtie, en niet naar hun smaak."

»Maar eene vrouw behoort zich toch wel eenigszins te bekommeren om het effect dat zij maakt op anderen."

»Ik zie niet waarom, als anderen haar niet kunnen schelen." »De eerste plicht eener vrouw jegens zich zelve is, dunkt mij, zich behagelijk voor te doen."

»Dat maken »de dames" hare mannen wijs, voor wie zij niets willen zijn dan objets de luxe, opdat deze haar alles zullen