Pagina:Couperus, Psyche (1898).pdf/172

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

voor, dat zij was als een offer getooid, met die bloemen; dat allen, die joelden en dansten, waren als offers getooid. Zij ging voort. Door de ronde gouden poort trad zij binnen de stad: de pleinen verschoten in perspectief, door heel breede straten verbonden; vierkante paleizen van marmer en brons, van jaspis en malachiet, ronde koepels en heel spitse minaretten schitterden toovergrillig weg in de zon, weken eindeloos naar achteren terug, en, heel achter, kroonde het blauwende gebergte de diadeem van het vorstelijk slot, Babel van tinnen en tallooze torens, vaag in verte verwazende lijnen, vierkant van wallen en muren, en hooog van opgaande in nevel verlorene transen. En langs de pleinen, over paleizen, en òp naar de minaretten hingen de dikke slingers van bloemen als was de stad voor een offer getooid. Tot naar het slot, Babel van tinnen, schenen de bloemfestoenen te leiden. En op de pleinen wierpen bloemen de dansers op, en het scheen witte rozen te regenen. Met rinkelbom en cymbalenslag dansten rond de dolle reien en altijd klonk de zelfde kreet:

— Het is de Triomftocht van de Vorstin!

Nu zag Psyche het, in haar stille weten, klaar duidelijk en onbetwijfelbaar. Terwijl zij