Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/59

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
39
„WEER EEN STEVIGE BOEKVERKOOPER”


als een werk des Satans bevonden en wederlegd door F. A. Kok, als ook het anoniem geschriftje: Bescheiden Antwoord aan den steller van het stukje in de mengelingen van de Groninger Courant, van den 23 Februari 1836, getiteld: „Over de overeenkomst van het Belgische oproer in 1829, 1830 en het kerkelijk Staatkundig oproer in Oud-Nederland in deze dagen.”
Hier zij terloops opgemerkt, hoezeer sommige vijanden van de Scheiding er op uit waren aan de kerkelijke beweging een staatkundige beteekenis te geven; opdat de wereldlijke macht zoude ingrijpen met geweld en onderdrukking en het volk zoude worden opgehitst. De klaarste voorbeelden liggen voor de hand hoe vooral predikanten der Hervormde kerk openlijk de wereldlijke machthebbers aanzetten om krachtig in te grijpen. Zelfs werd onderzocht of De Cock niet in verbinding stond met revolutionaire actie tegen de regeering.
Ik zou namen nog van andere „stevige boekverkoopers” kunnen noemen, als Herdinge van Leiden, doch ik wilde mijn tribuut van dank en waardeering betalen aan den boekhandel en aan diè boekhandelaren, die naast de leiders, de verbreiders en verdedigers, de aanhangers en deswege gesmaden om des geloofswille, hun aandeel hebben gehad aan de actie der Scheiding en aan de beweging die daaraan voorafging. Van den boekverkooper Den Ouden werd in gemelijke stemming geschreven, niet één doch meermalen.
Wij willen de gedachtenis van hem en van die na hem kwamen en dan vooral van hen die de kerken der Scheiding dienden in dezen eeren. Wíj na een eeuw, hebben de rij dezer stevige boekverkoopers langer en langer zien worden; wíj hebben dat getal zien wassen; wíj willen niet klagen dat de „stevige boekverkoopers” steeds wiesen in getal en in last. Integendeel van overoude tijden hebben boekverkoopers zeer veel bijgedragen tot de verbreiding ook van de kennis der waarheid, en bij name van die waarheid die de Gereformeerde Kerken belijden en met jaloerschheid bewaren, haar overgeleverd ten koste van veel arbeid, gebed, lijden en leed, doch ook bekroond met Gods rijken zegen!
Nog één naam wil ik noemen en wel van hem die zoo nauw met De Cock en Scholte medeleefde en medeleed toen dezen gevangen werden gezet, de eerste te Groningen, de ander te Appingedam, ík bedoel O. L. Schildkamp, boekverkooper in de Oude Boteringestraat.
De Acte van Afscheiding zag het licht bij J. H. Bolt te Groningen, bij wien in 1833 was verschenen het geschrift dat de aanleiding werd tot De Cock’s schorsing: De verdediging.... of de schaapskooi van Christus aangetast. Het boek door dezen gepatronicieerd, en dat de aanleiding was tot zijn afzetting: De Evangelische gezangen getoetst en gewogen, is eveneens bij denzelfden uitgever verschenen in 1834.