Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/599

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

DRIE-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK HET GEBEURDE OP DEN 12DEN OCTOBER. R EEDS werd op een paar bronnen gewezen voor het verhaal van het gebeurde op den 12den October, waarbij nog het reeds genoemde geschrift van ds Pape moet worden gevoegd; evenwel met een waarschuwing; daar volgens eigen aanwijzing deze zich beroept op het: Proces-verbaal van den Heer Assessor der Gemeente Ulrum. Een officieel stuk. Echter hoe voorzichtig men zelfs met het raadplegen van officieele stukken bij de beschrijving van het gebeurde op den 12den October dient te handelen, zal straks kunnen worden vastgesteld. Scholte en De Cock hebben beiden, geheel onafhankelijk van elkan- der, verslag gedaan van hetgeen in hun tegenwoordigheid is voorgevallen. Scholte deed zulks in een officieel stuk aan het „klassikaal Bestuur van Heusden", als antwoord op de missive waarin het hem mededeelt dat, bij ,ampliatie van het besluit van 29 October, zijn schorsing provisioneel zal plaats grijpen, ook met het geheele verlies van zijn traktement, en met overgeving der verdere behandeling dezer procedure aan het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Braband". Hij was reeds bij een besluit der classis Heusden van den 29sten Oct. geschorst zonder verlies van traktement, en wel op grond van het feit, dat dit bestuur eene aanschrijving had ontvangen van den Minister van Staat, belast met de Generale Directie van de Zaken der Hervormde Kerk, d.d. 25 Oct., en nog een dergelijke aanschrijving, d.d. 27 Oct., beide met bijlagen, ,,uit welke stukken het onder anderen aan het Klassikaal Bestuur gebleken is, dat hij tot de ontstane ongeregeldheden op 12 Oct. 1.1. te Ulrum, aanleiding heeft gegeven, door zijn dringend aanhouden om in de gemeente Ulrum het heilige dienstwerk op gemelden dag te verrichten, ja, zich niet heeft ontzien, om reeds des daags te voren, zonder toestemming