Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/645

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

569 HET BEGINSEL VAN DE AFSCHEIDING van veel wijder begrip. Om de belijdenis der kerk, om de eer van deze stichting haars Heeren en om haar recht ging de heroïsche kamp. Men is te Ulrum niet gaan loopen", maar men heeft zich afgescheiden, niet eer, dan nadat aan De Cock het getuigen onmogelijk was gemaakt en hij was uitgeworpen. De besturen hebben de afscheiding noodzakelijk gemaakt! De rechtsbasis 25) der afscheiding werd door haar gevonden in Gods Woord en in de belijdenis, dies is zij nimmer scheuring geweest, doch zuivere reformatie. De gansche procedure De Cock eindigende in zijn afzetting, is een aaneenrijging van handelingen niet van een ware kerk, maar van zulk eene ,die zich en hare ordinantiën meer macht en autoriteit toeschrijft dan aan den Woorde Gods," dat is van eene kerk die het duidelijke kenteekening draagt van eene valsche kerk. Deze afscheiding droeg noch een sectarisch noch een labadistisch karakter, 26) doch in haar vasthouden aan de lijn der historie, was zij een echt nationaal gereformeerde handeling, gelijk haar methode zuiver was, gerekend naar de beginselen van het gereformeerd kerkrecht; dies hield men te Ulrum vast aan het recht van de plaatselijke kerk, die door de afscheiding opnieuw werd gesticht. Mocht De Cock al niet sterk gestaan hebben, naar veler oordeel, in het gereformeerde kerkrecht, hij bezat een verstand helder genoeg en een inzicht wel zoo klaar dat hij verstond wat art. 29 der belijdenis in de gegeven omstandigheden van hem en zijn medegeloovigen vroeg. Wijl hij zoo waar was, zag hij zoo klaar. De eenvoudigen zullen God zien; zien reeds ook in wat de Heere van hen eischt. Moest men te Ulrum zijn eigen weg zoeken, zonder voorlichting van gereformeerde canonici van gezag en naam, de weg werd aan hen zoo duidelijk, de wil verzette zich niet, en in gehoorzaamheid aan deze leiding van God deden deze eenvoudigen den beslissenden stap. Zij zagen in Gods licht het licht in het heden, en zij vertrouwden ook voor de toekomst dat God hen verder zoude leeren handelen naar Zijn wil. Al heeft ons de geschiedenis geleerd dat onze tegenstanders 27) voort zullen gaan scheeve voorstellingen te geven van wat er in Ulrum is geschied, dat ze zelfs zullen blijven lasteren, dat de Afgescheidenen uit de kerk zijn geloopen, en den eisch blijven stellen dat deze in de ware Hervormde Kerk hadden moeten blijven, wij moeten en mogen handhaven dat de Afscheiding is eene wederkeering tot de leer, de tucht en den dienst der gereformeerde vaderen en dat zij deswege draagt een zuiver reformatorisch karakter! De geschiedenis heeft de trouwe daad van De Cock en zijn mede- geloovigen gerechtvaardigd. De Cock heeft met de geloovigen te Ulrum gehandeld in overeenstemming met de praktijk der reformatie in de 16de eeuw. 28) Moge er twijfel geopperd zijn aan de historische juistheid der