Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/644

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

HET BEGINSEL VAN DE AFSCHEIDING belijdenis. Aangezien men blind was in de uitkomst, werden met het oog daarop geen voorwaarden gesteld. Daardoor is het kerkbegrip der Afscheiding te Ulrum zoo eenvoudig! Hierin komt zij sterk overeen met de reformatie in de 16e eeuw. Wel beschouwde men zich te Ulrum als de voortzetting van de vroegere Gereformeerde Kerk, maar dit houdt iets anders in dan voortzetting te zijn van de plaatselijke afdeeling aldaar van het Hervormd kerkgenootschap. Van den aanvang af stelde De Cock zich op het standpunt dat de geloovigen die er nog zijn in de Hervormde Kerk, en dat ze daar nog waren wist hij en geen oogenblik twijfelden de Afgescheidenen er aan, dat er zelfs nog betrekkelijk vele geloovigen waren in de Hervormde Kerk, zich daarvan moesten afscheiden, om zich samen te openbaren als de ware kerk. De Cock was een bijbelsch, confessioneel en daarbij een streng kerkelijk man. In art. 27 en 28 der belijdenis zag hij niet de beschrijving van het instituut der kerk; hij vond de kenteekenen van het instituut der kerk gegeven in art. 29 en daarnaar werd te Ulrum gehandeld; deze opvatting ligt aan de Afscheiding ten grondslag. Eene gedachte als tot uiting kwam, dat de Afscheiding te vroeg was voor de traagheid van onzen volksgeest 21), is nooit opgekomen in De Cock's gedachten, en indien ja, onmiddellijk teruggedrongen, toen hij het gebod zag. Eens werd geschreven, met het oog op den aanvang der Scheiding: de vraag is niet hoedanig was haar begin! Echter men behoeft over dat begin, uit sympathie voor de eerste Afgescheidenen, niet vergoelijkend heen te stappen. Juist dat begin schamen wij ons niet, wijl geboren uit een zuiver beginsel. 22) Dat begin is heroïsch! Liever schrijf ik: het begin, wijl geboren uit een heilig beginsel, is zoo eenvoudig, zoo waar, zoo klaar! De Scheiding is geboren uit verdediging van de nationale gerefor- meerde leer, 23) van haar te mogen belijden en beleven, in de prediking en in de inrichting der kerk. De Afscheiding was wettig, op grond der Heilige Schrift, en door de loochening van de Nederl. herv. van de leer beleden in de belijdenisschriften, in alles op Gods Woord gegrond. Toen De Cock tot dit inzicht was gekomen heeft hij alles gedaan en beproefd de kerk terug te doen keeren tot de belijdenis en handhaving der waar- heid. Dit werd hem onmogelijk gemaakt. Nu restte hem niets dan na lang pogen, strijden, dulden en lijden, zich af te scheiden om daardoor de kerk des Heeren te behouden. Hij zag zich op grond van Gods Woord de scheiding opgelegd. Het oordeel dat de Afscheiding te Ulrum niet doordacht genoeg is geschied, te weinig met kerkrechtelijk inzicht, doet haar onrecht. De Cock had een bizonder klaar inzicht in het bederf heerschende in de kerk, en in de roeping der geloovigen in dat geval hen opgelegd door den Koning der kerk. Men zegge ook niet dat te Ulrum de gezangen-kwestie de spil was waarom heel de actie der Scheiding zich bewoog 24); het ging om beginselen 568