Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/13

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Art. 24
— 13 —

raadzaam maken, is de Koning bevoegd daar­omtrent een voorstel te doen.

De Staten-Generaal, daartoe in dubbelen getale bijeengeroepen, beraadslagen en besluiten daarover in vereenigde vergadering.

20. (24*) Wanneer geen bevoegde opvolger naar de Grondwet bestaat, wordt deze benoemd bij eene wet, waarvan het ontwerp door den Koning wordt voorgedragen.

De Staten-Generaal, daartoe in dubbelen getale bijeengeroepen, beraadslagen en be­sluiten daarover in vereenigde vergadering.

21. (24*) Wanneer bij overlijden des Konings geen bevoegde opvolger naar de Grondwet bestaat, geschiedt de benoeming regtstreeks door de Staten-Generaal in vereenigde verga­dering. Zij worden daartoe in dubbelen getale binnen twee maanden na het overlijden bijeengeroepen.

22. (19*, 25*) Al de bepalingen omtrent de erfopvolging worden op de nakomelingen van den eersten Koning, op wien krachtens een der twee voorgaande artikelen de Kroon overgaat, toepasselijk, in dier voege, dat het nieuwe Stamhuis ten opzigte van die opvolging van Hem zijnen oorsprong neemt op gelijke wijze en met dezelfde gevolgen als het Huis van Oranje-Nassau dit volgens art. 10 doet uit wijlen Koning Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau.

Ditzelfde geldt in het geval van art. 15 ten opzigte van de aldaar bedoelde nakomelingen van wijlen Prinses Sjabloon:Carolina van Oranje. Het geldt evenzeer ten aanzien van de nakomelingen der vrouw, die bij opvolging tot de Kroon is geroepen, met dien verstande, dat de Kroon eerst bij geheele ontstentenis van die nakomelingen in de volgende lijn van het Stamhuis, waartoe die vrouw door ge­ boorte behoorde, overgaat.

23. (26) De Koning kan geene vreemde Kroon dragen, met uitzondering van die van Luxemburg.

In geen geval kan de zetel der Regering buiten het Rijk worden verplaatst.


TWEEDE AEDEELING.
Van het inkomen der Kroon.

24. (27*) Behalve het inkomen uit de do-