Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Art. 186
— 51 —

182. (179*) Vreemde troepen worden niet dan krachtens eene wet in dienst genomen.

183. (186*) De dienstpligtigen ter zee zijn bestemd om te dienen in en buiten Europa.

Aan de dienst, door hen in de koloniën en bezittingen in andere werelddeelen te ver­vullen, worden door de wet voordeelen verbonden.

184. (185*) De dienstpligtigen te land mogen niet dan met hunne toestemming naar de koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen worden gezonden.

185. (184*) Wanneer in geval van oor­log, oorlogsgevaar of andere buitengewone om­standigheden de dienstpligtigen die niet in werkelijke dienst zijn, door den Koning geheel of ten deele buitengewoon onder de wapenen worden geroepen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Staten-Generaal gedaan, om het onder de wapenen blijven der dienstpligtigen zooveel noodig te bepalen. [1]

186. (187*) Al de kosten voor de legers van het Rijk worden uit 's Rijks kas voldaan.

De inkwartieringen en het onderhoud van het krijgsvolk, de transporten en de leverantien van welken aard ook voor de legers of verdedigingswerken van het Rijk gevorderd, kunnen niet dan volgens algemeene regels bij de wet te stellen en tegen schadeloosstelling ten laste van een of meer inwoners of ge­ meenten worden gebragt. [2]

De uitzonderingen op die algemeene regels voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden worden

bij de wet vastgesteld.

  1. Verg. de wet van 3 Augustus 1914, S. 350.
  2. Zie de wet van 14 September 1866, S. 138, gewijzigd bij de wetten van 29 Maart 1877, S. 53, 15 April 1886, S. 64, 10 Mei 1890, S. 83 en 22 Juli 1899, S. 175 en de reglementaire be­palingen ter uitvoering der wet, laatstelijk vast­ gesteld bij besluit van 10 Nov. 1892, S. 253, ge­wijzigd bij besluiten van 5 Augustus 1895, S. 147, 17 Januari 1898, S. 22, 24 Juni 1898, S. 149 en 16 December 1902, S. 222. Bij besluit van 19 Februari 1903, S. 78, is de tekst bekend gemaakt van de reglementaire bepalingen, zooals deze na de wijziging luidt. Daarna is dit besluit gewijzigd bij die van 9 Septembor 1910, S. 279, 26 Juni 1911, S. 196, 28 October 1915, S. 442 en 9 Mei 1917, S. 389.