Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/92

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 92 —
 

stembureau waaruit zijne benoeming blijkt.

De afschriften strekken den benoemde tot geloofsbrief.

De artikelen 13bis, 14 en 15 vervallen.

Artikel 16 wordt gelezen :

Burgemeester en Wethouders zorgen, dat Gedeputeerde Staten van de in artikel 12 be­doelde processen-verbaal, binnen acht dagen na de dagteekening daarvan, afschrift beko­men en geven hun kennis van het al of niet aannemen der benoeming door een benoemde.

Achter artikel 16 wordt ingevoegd :

Art. 16 a. Wanneer een benoemde zijnebenoeming niet aanneemt, wordt door het hoofdstembureau, aangewezen in artikel 51 c, tweede lid, der Kieswet, in eene zitting, te houden binnen veertien dagen na de ontvangst door Burgemeester en Wethouders van de in artikel 13 bedoelde kennisgeving of na het verstrijken van den in dit artikel gestelden termijn van vier weken, in plaats van hem, die de benoeming niet heeft aangenomen, be­noemd verklaard de candidaat, die voorkomt op de lijst waarop hij, die de benoeming niet heeft aangenomen, is gekozen, en die voor benoeming in aanmerking komt, hetzij naar de volgorde vastgesteld overeenkomstig artikel 98 h der Kieswet, hetzij, in het geval voorzien in artikel 10 b, tweede lid, naar de volgorde der candidaten op de lijst. Daarbij wordt buiten rekening gelaten de naam van den candidaat, die is overleden, of die reeds lid van den raad is.

Dag en uur van de zitting worden vooraf bekend gemaakt.

De artikelen 82, eerste en tweede lid, 83 en 94, derde en vierde lid, der Kieswet zijn van toepassing.

Artikel 17, tweede lid, wordt gelezen:

De geloofsbrief moet door den benoemde binnen twee maanden na zijne dagteekening bij den raad worden ingezonden.

Achter artikel 18 wordt ingevoegd :

Art. 18 a. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 16 a en 38 b, wordt, wanneer buiten periodieke aftreding eene plaats in den raad openvalt, behoudens het bepaalde in de artike­ len 25, laatste lid en 26, vijfde lid, binnen veertien dagen nadat dit ter kennis is gekomen van den voorzitter van het hoofdstembureau,