Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/20

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

Kamer, in handen van den voorzitter, daartoe door den Koning gemagtigd.

84. De voorzitter wordt door den Koning benoemd voor het tijdperk eener zitting, uit eene door de Kamer aangeboden opgave van drie leden.

85. De leden genieten, tot vergoeding der reiskosten, eens, heen en terug, voor elke zitting, zoodanige som, als naar de afstanden door de wet zal worden geregeld.

Als verdere schadeloosstelling wordt hun toegelegd eene som van f 2000 'sjaars.

Deze schadeloosstelling wordt, voor den tijd der zitting, niet genoten door hen, die gedurende de geheele zitting afwezig bleven.


DERDE AFDEELING.

Van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.


86. De leden der Eerste Kamer hebben zitting gedurende negen jaren.

Een derde gedeelte treedt om de drie jaren af, volgens een daarvan te maken rooster. De uitvallende leden zijn dadelijk weder verkiesbaar. Art. 82 is op hen van toepassing.

Zij leggen, bij het aanvaarden hunner betrekking, in handen van den Koning, gelijke eeden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald.

Zij genieten reis- en verblijfkosten volgens de wet.

87. De voorzitter wordt door den Koning benoemd, voor het tijdperk eener zitting.


VIERDE AFDEELING.

Beschikkingen aan beide Kamers gemeen.


88. Niemand kan te gelijk lid der beide Kamers zijn.