Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/22

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

94. Elke Kamer benoemt haren griffier buiten haar midden,

95. De Staten-Generaal vergaderen ten minste eenmaal 's jaars.

Hunne gewone vergadering wordt geopend op den derden Maandag in September.

De Koning roept de buitengewone vergadering bijeen, zoo dikwijls hij zulks noodig oordeelt.

96. De afzonderlijke zittingen der beide Kamers, en even zoo de vereenigde zittingen, worden in het openbaar gehouden.

De deuren worden gesloten, wanneer een tiende gedeelte der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het noodig keurt.

De vergadering beslist, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

Over de punten in besloten vergadering behandeld, kan daarin ook een besluit worden genomen.

97. De Staten-Generaal bij overlijden des Konings of bij afstand van de Kroon niet vergaderd zijnde, vergaderen zonder voorafgaande oproeping.

Deze buitengewone vergadering wordt op den vijftienden dag na het overlijden of na den afstand geopend. Zijn de Kamers ontbonden, dan vangt deze termijn aan van den afloop der nieuwe verkiezingen.

98. De vergadering der Staten-Generaal wordt, in vereenigde zitting der beide Kamers, door den Koning of door eene commissie van zijnentwege, geopend.

Zij wordt op dezelfde wijze gesloten, wanneer hij oordeelt, dat het belang van het Rijk niet vordert de vergadering langer bijeen te houden.

De gewone jaarlijksche vergadering blijft ten minste twintig dagen bijeen, tenzij de Koning gebruik make van het regt in art. 70 omschreven.