Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/47

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

In de hoofd-kiesdistricten teekenen zij bovendien bij het ledigen der bus de uitgebragte stemmen op.

De oorspronkelijke lijsten der kiezers die in de onderkiesdistricten hunne stembiljetten in de bus hebben gedaan, worden door de hoofden der plaatselijke besturen onverwijld met de gesloten stembussen aan den voorzitter der vergadering in het hoofd-kiesdistrict opgezonden.

11. Er zijn twee stembussen, eene voor de verkiezing van leden der Tweede, de andere voor die van candidaten voor de Eerste Kamer.

12. Elk kiezer brengt zijne stem uit op een afgevaardigde voor de Tweede, en twee candidaten voor de Eerste Kamer.

13. Om tot lid der Tweede Kamer verkiesbaar te zijn wordt alleen vereischt dat men Nederlander in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsregten zij en den ouderdom van dertig jaren hebbe vervuld.

14. Tot de verkiesbaarheid als lid der Eerste Kamer worden dezelfde vereischten gevorderd die in het voorgaande artikel zijn opgenoemd en daar te boven dat men behoore tot de hoogst aangeslagenen in de rijks-directe belastingen.

Het getal dezer hoogst aangeslagenen waaruit zij worden gekozen wordt in elke provincie zóó bepaald dat op iedere drie duizend zielen één die tevens de voornoemde vereischten bezit om lid dezer Kamer te zijn verkiesbaar is.

15. De ambtenaar die in een hoofd-kiesdistrict ter verkiezing voorzit is in dat district niet verkiesbaar.

16. In elke provincie houden de Gedeputeerde Staten zich terstond na de afkondiging der veranderingen in de Grondwet bezig met het opmaken van de lijst van hen die naar art. 14 tot afgevaardigden der Eerste Kamer verkiesbaar zijn.