Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zoo heel vervelend op deze aarde was. Hij had onbewust een der voornaamste wetten, waardoor de menschenwereld geregeerd wordt, leeren kennen, namelijk: dat om iemand op iets verzot te maken, men het slechts als zeer moeilijk verkrijgbaar behoeft voor te stellen. Ware hij een groot wijsgeer geweest, zooals de schrijver van dit boek, hij zou begrepen hebben, dat ‘werken’ bestaat in hetgeen men verplicht is te doen en ‘spelen’ in te doen wat men niet verplicht is te verrichten. En dat zou hem hebben doen vatten, waarom het maken van kunstbloemen of het arbeiden op den tredmolen ‘werken’ en waarom kegelen en het beklimmen van den Mont-Blanc ‘uitspanning’ is.

Er zijn rijke heeren in Engeland, die iederen dag twintig of dertig mijlen met een vierspan afrennen, omdat dit voorrecht een groote som gelds kost. Wanneer zij echter voor datzelfde genot betaald werden, zou het ‘werken’ worden en dan zouden zij het er aan geven.



 

Hoofdstuk III.



Na het volbrengen van zijn arbeid maakte Tom zijne opwachting bij tante Polly, die voor het raam zat in een vroolijk vertrek aan den achterkant, dat tegelijk als slaap-, eet- en zitkamer dienst deed. De lekkere zomerlucht, de kalme rust, de geur der bloemen en het dommelig gegons der bijen waren niet zonder uitwerking op haar gebleven en zij zat over haar brijwerk te knikkebollen. Haar eenig gezelschap was de kat, en deze lag te slapen op haar schoot. Veiligheidshalve had zij haar bril boven haar grijs hoofd gezet. Zij verwachtte niet anders dan dat Tom lang van zijn werk zou zijn afgeloopen, en het verwonderde haar