Pagina:Mengelingen Deel 1.pdf/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— X —

uitdrukking of zelfs de gedachten: De Idyllen na Theocritus zijn naauwkeuriger, doch met die vrijheid gevolgd, die ik ’t recht van den Dichter achte. Hetzelfde zij van den Kerker en de Verovering gezegd. De twee kleinigheden uit Martiaal en Ausonius verdienen hier naauwlijks gewag.

Van mijne enkele kleine Byschriften zal ik niets zeggen. De kennis der Geschiedenis, niet slechts onzes Vaderlands, maar in ’t algemeen, in de Middeleeuwen, waar van zelfs dien van later tijden afhangt, is tot nog (ik spreek niet van Geleerde die zich op dit vak toegelegd hebben, maar van het Publyk) zeer gebrekkig; op dat we niet zeggen, geheel vreemd en onbekend.Schrivers zonder de minste kundigheid van het Leen- en Staatsrecht dier tijden, hebben alles in de Historie bedorven; alles verkeerd gezien en verkeerd moeten zien, en derhalve verkeerd voorgesteld; en de een den ander nageschreven : en er wierd een Herkulische arbied vereischt, om dit Deel der Geschiedenis, met betrekking alleen tot ons Vaderland, te zuiveren. Valsche voorstellingen van gebeurtenissen zijn oneindig schadelijker voor de waarheid dan opzettelijke verdichtselen: en het is ongelooflijk hoe veel valsche begrippen (om van de Schriveriussen, de Douzaas, enz. en de daar uit geput hebbende later geschichtsschrijvers onzes Lands niet te spreken) de eenige zoo vermaarde, zoo algemeen gelezen en geroemde Robertson verspreid heeft. Er behoort zoo veel toe, om daden en gebeurtenissen wet te vatten! Het is niet genoeg, met de oprechtheid van een’ eerlijke Dagmaarschrijver, te zeggen, dit is gebeurd. Men moet doordringen, tot de oorzaken, waarom het gebeurd is, tot de redenen, waarom men niet slechts zoo gehandeld, maar zich gerechtigd gevonden heeft, zoo te handelen. en daar toe behoort meer Rechtsgeleerdheid, en meer Oudheidkennis, dan mooglijk alle moderne Geschichtboekers met elkander, bezeten hebben. — Voor my,