Deze pagina is proefgelezen
— 87 —
Paris oordeel.
Drie Godinnen pleitten samen
Om den prijs van ’t hoogste schoon:
De arme Paris stond verlegen,
Nog geen rechterampt gewoon.
Om den prijs van ’t hoogste schoon:
De arme Paris stond verlegen,
Nog geen rechterampt gewoon.
Pallas geestuitstortende oogen,
Junoos adel op ’t gelaat,
Venus teedre aantreklijkheden,
Eischten meer dan één granaat.
Junoos adel op ’t gelaat,
Venus teedre aantreklijkheden,
Eischten meer dan één granaat.
Venus lach ontgloeit de zinnen;
Junoos aanblik schokt het hart;
Pallas lonk verheft den boezem:
Paris hersens zijn verward.
Junoos aanblik schokt het hart;
Pallas lonk verheft den boezem:
Paris hersens zijn verward.
«Ik, ik geef u staat en schatten! » —
« Ik het glorierijkst verstand! » —
«« Ik het allerschoonste meisjen
» Geef my slechts het zegepand! »» —
« Ik het glorierijkst verstand! » —
«« Ik het allerschoonste meisjen
» Geef my slechts het zegepand! »» —
«Ik geef wapens en kwartieren! »
«Ik geef bul en Doctorbrief! »
«« Ik, ik geef u lust en leven,
» Met een diebaar troetellief! »»
«Ik geef bul en Doctorbrief! »
«« Ik, ik geef u lust en leven,
» Met een diebaar troetellief! »»
« Geef my d’appel, arme herder —
» Ik geef goud en heerschappij » —
«« Ik, verwinnend disputeren! »
« Ik beminnen; geef hem my! »» —
» Ik geef goud en heerschappij » —
«« Ik, verwinnend disputeren! »
« Ik beminnen; geef hem my! »» —
« Ik maak u een’ Buonaparte ! » —
« Ik, een’ Filisoof als Kant ! » —
« Ik, een’ Filisoof als Kant ! » —