Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/106

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
98
Japansche gesprekken.


Van Alphen heeft ’t hem hooren zeggen:


Lalà…lalà…la, schrik!
En Neerlands-god zei: ik!


Dit is duidelyk, Kami.


— Ja, zeer duidelijk en overtuigend. En ik zal je niet meer zoo telkens om bewys vragen van wat je zegt. Ik zie dat je vry-wel reden van wetenschap weet te geven…

— Vanwaar ontleent ge die plechtige uitdrukking, Kami? Dat voorname: »reden van wetenschap?” ’t Klinkt…

— Notarieel? Juist! Wy putten…

— Putteden, zei de tolk.

— Puttédèn. Wy putteden dat woord uit de handboeken voor ’t notarisambt, die ge ons toezondt, gelyk met de geneeskundige werken, ’t politiek jaarverslag van Europa [1] en de horlogien met…

— Met dubbele kast, Kami. Doch we dwalen van den weg, o gy onderzoekende vreemdeling. De god van Nederland

― Ik begryp ’t nog niet! Want, eilieve, hoe gaat het dan met zoo’n theologischen geografie-god, by scheuring van ’n land, zooals by u in 1830? En by annexatie, zooals daarginds onlangs, en misschien hier weldra?

— Dat weet ik niet, o Kami! Doch juist dáárom is de theologie zoo moeielyk. Als men ’t begrypen kon, was ’t geen theologie meer. Dit is dan ook de reden dat de theologen vry zyn van militie en schuttery…


  1. (Noot van 1865.) Jaarlyks werd er te Batavia ten-behoeve van de Japansche Regeering ’n uitvoerig verslag opgemaakt van ’t voornaamste dat er op politiek terrein in Europa en Amerika was voorgevallen. Vóór de openstelling der Japansche havens, was Holland niet de vriend of bondgenoot, zooals men voorgaf, maar de makelaar, de kommissionair, de zeer gehoorzame dienaar en spion van Japan. De Japanners kozen daartoe de natie van welke zy ’t minst te vreezen hadden, en die hun ’t onderdanigst was voor ’n beetje koper, zyde en verlakt.