Pagina:Smeekschrift der Edelen (1566).pdf/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

quisitie te onderhouden, en de plakaaten ten ftrengsten naar te komen. Dit doet ons rechtmatig vreezen, dat daar door niet alleen de onheilen zullen vermeerderd worden, maar dat daar uit ook, eindelijk, een oploop en algemeene beroerte volgen kon, strekkende tot eene ellendige verwoestinge van 't gantsche land, volgens de duidelijke blijken van 's volks ongesteldheid, welke zich reeds, aan alle kanten, oogschijnlijk, vertoonen. Wij hadden dan tot nu toe gehoopt, bespeurende de duidelijkheid en grootheid van 't gevaar, welk ons dreigt, dat door de Heeren of 's Lands Staaten, bij tijds, daar over vertoogen aan uwe Hoogheid zouden gedaan zijn, om daar tegen te voorzien, tot wegneminge van de oorzaak en den oorsprong van 't kwaad. Dan nademaal wij zien, dat zij zich niet opgedaan hebben, om eenige reden, ons onbekend, en dat het kwaad, ondertusschen, van dag tot dag grooter wordt, zoo dat het gevaar van oproer en algemeenen afval voor de deur is ; hebben wij ons verplicht geacht, volgens den eed van getrouwheid en hulde, als mede uit hoofde van onze toegenegenheid, welke wij tot den Koning en het Vaderland