Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/49

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


HET HONDJEN.


Hoe dankbaar is mijn kleine hond
Voor beentjes en wat brood!
Hij kwispelstaart, hij loopt in ’t rond,
En springt op mijnen schoot.

Mij geeft men vleesch en brood en wijn,
En dikwijls lekkernij:
Maar kan een beest zo dankbaar zijn,
Wat wagt men niet van mij!