Deze pagina is proefgelezen
HET GEBROKEN GLAS
EENE VERTELLING.
Cornelis had een glas gebroken
Voor aan de straat;
Schoon hij de stukken had verstoken,
Hij wist geen raad
Hij had een afschrik van te liegen,
Wijl God het ziet;
En zou hij Mama nu bedriegen,
Dat kon hij niet.
Hij stond onthutseld en bewogen;
De moeder komt;
Zij ziet de tranen in zijn oogen;
Hij scheen verstomd,
Heeft Keesje, zeize, wat bedreven?
Wat scheelt er aan?
'k Heb, zei hij, moeder-lief! zo even
Weer kwaad gedaan.