Pagina:Van Doesburg, Klassiek-barok-modern (1920).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kleurvlakken en lijnen. Slechts zoo, op de wijze der schilderkunst, kan de eenheid, de rust — of hoe Gij het wezen der schoonheid noemen wilt — reeël verschijnen.


Wil het wezen der schoonheid geheel op de andere wijze der kunst en daardoor voor ieder reëel en verstaanbaar verschijnen, zoo zal de kunstenaar met niets anders dan zijn universeel verbeeldingsmiddel (de schilder dus met de kleur) een maximum van beeldende expressie moeten bereiken. Dit geldt voor alle kunsten en daarom is het slechts op deze wijze mogelijk een monumentale eenheid, een collectieven stijl te verwezenlijken.

In deze collectieven stijl, die de aesthetische behoefte van alle volkeren omvat, treedt de schilderkunst het meest zuiver, het meest spiritueel op en wel als: aesthetische kleurindeeling zonder meer. Insgelijks de architectuur als aesthetische (en practische) ruimte indeeling zonder meer; insgelijks de beeldhouwkunst als aesthetische vormindeeling zonder meer. [1]

Gebonden aan een individueel beeldingsmiddel (de uiterlijke verschijning, de tendenz, het symbool enz.) was de kunstenaar van voorheen niet bij machte tot een gemeenschappelijken vorm te komen. Vandaar, dat alle stijlen individueel bleven en het bizondere van elk volk karakteriseerden, inplaats van het algemeene van alle volkeren. Volksaard, kleeding, religies, maakten de verschillende kunststijlen ongeschikt om alle volkeren in de hoogste schoonheidsgevoelens, die van volstrekte harmonie, eenheid en rust, te verbinden. Was een der

  1. Uitvoeriger behandel ik dit onderwerp in mijn werk: “De beteekenis van een collectieven stijl voor de nieuwe samenleving”, hetwelk nog in bewerking is.