Pagina:Van Doesburg, Klassiek-barok-modern (1920).pdf/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

schouwingsdrang bijvoorbeeld uit van het evangelie als waarheid, zoo regelde zich daarnaar de beeldende kunst, niet slechts wat het onderwerp betreft maar ook wat betreft de uitdrukkingswijze.

Aangezien nu onze verhouding tot de waarheid, niet altijd dezelfde blijft, maar gedurig, door de ontwikkeling van ons bewustzijn, verandert, laat zich hieruit ook verklaren waarom onze beeldende aanschouwingsdrang steeds naar andere beeldingsvormen uitgaat.

Hierin schuilt de oorzaak waarom een verouderde uiting der beeldende aanschouwingsdrang niet uitgespeeld kan worden tegen een nieuwere en waarom het een vergissing is onze waardeering slechts te bepalen volgens een stijl die een geheel andere tijdgeest, een geheel andere verhouding tot de waarheid belichaamt, dan die waartoe wij gerijpt zijn. Deze vergissing wortelt grootendeels in een dogma, dat ons van jeugd af aan is voorgehouden. Dit dogma is de opvatting dat de kunst in het algemeen en in 't bizonder, is in te delen in een OPKOMST, BLOEI en VERVAL. Als opkomst wordt dan aangeduid een stadium waarin de primitieve mensch slechts een ruwe, primitieve vorm vond om zijn beeldende aanschouwingsdrang te realiseeren; als bloei, een stadium waarin de mensch, door meerdere ontwikkeldheid een meer gecultiveerde vorm, een stijl verovert, waarin hij zijn beeldende aanschouwingsdrang realiseert; en als verval, elke periode waarin de zin, de inhoud der kunst verloren gaat en in een oververfijning naar het uiterlijke, den vorm zonder meer, ontaardt.

Op dit dogma is zo ongeveer onze geheele kunstgeschiedenis opgebouwd. In den moderne tijd zijn deze