Handwoordenboek der Grieksche taal/Αγαν
Uiterlijk
(Doorverwezen vanaf Αγαν)
Handwoordenboek der Grieksche taal |
---|
Voorrede |
Index |
- Αγαν, adv. zeer. Υπεραγαν, boven mate zeer.
- Αγανακτεω (van αγαν en αγω), fut. ησω, ik betoon, gedraag mij heftig, b. v. 1) van toorn: ik ben vertoornd, kwaad, misnoegd; 2) van smart: ik ben bedroefd, spring op van pijn, ik steun, kerm.
- Αγανακτησις, εως, η, de ontevredenheid, de droefnis.
- Αγανακτικος, η, ον, misnoegd, vertoornd, gemelijk.