I.K. Bonset/Het andere gezicht/3

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het andere gezicht
Auteur(s) I.K. Bonset
Datum April 1921
Titel Het andere gezicht
Tijdschrift De Stijl
Jg, nr, pg 4, 4, 49-51
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Bron De Stijl. 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968, pp. 39-40.
Auteursrecht Publiek domein

[49]

HET ANDERE GEZICHT.

DOOR I. K. BONSET.

Organisme. — Mechanisme. — Wil. — Elk mechanisme is de vergeestelijking van een organisme. De wil is de activiteit, die de kracht van het universeele mechanisme overbrengt op het individueele mechanisme.
De Libido Sexualis is van den wil de drijfriem. De wereld is de voorstelling van den wil. Bij bestendiging van het organisme kan het leven zich niet evoleeren tot mechanisme. Het blijft in zichzelf impotent.
Ondanks de verheerlijking der willoosheid (afwezigheid van handeling) en der a-sexualiteit der godsdiensten (Brahma — Boeddha — Christus) heeft daartegenin en daartegenover de wereld zich als mechanisme doorgezet — of juister, zet zich als mechanisme door. Geestelijkheid realiseert zich slechts in de mechanische levenshouding. waarin zoowel de individualiteit als de sentimentaliteit (consequenties der organische levensopvatting) zijn opgeheven.

Roem. — Roem is schaamtelooze dankbaarheid.

Het gevaar van het dogma. — Kristus is de ver-


[50]

naturaliseerde voorstelling van een beperkt begrip der waarheid, gezien vanuit één bepaald punt. Zonder dezen tot symbool gestolten vorm der „waarheid” was het kristendom nooit tot dogma voor het volk geworden. Dit dogma is thans de roede die men boven het volk houdt. En zoo wordt elk dogma een geesel en een belemmering om het leven in zijn waren vorm te veroveren. Laat dit een waarschuwing zijn tegen alle dogmaconserven.

Ja en Neen. — Neen is de sterkste prikkel tot ja.

Résurrection anonime. — De schilderkunst is de wedergeboorte van onszelf in de Olieverf.

Zelfmoord en Kleptomanie. — Het leven te midden van kleptomanen en impotenten, gegeeseld door het dogma dat hun als stroohalm dient, doet ons het individualisme, het bezitsbesef van zich en van anderen, kennen als een der zekerste vormen van zelf-kleptomanie.
De onmiskenbare attributen zijn: gesloten vensters, bestofte kerkboeken, baai lijfgoed en prullen, prullen, prullen. Deze kleptomaniakken houden den geest in stand door hun natuurlijke traagheid, die zich in alle vormen van kunst, godsdienst en wijsbegeerte gertig openbaart. Zoodra het andere gezicht een kwestie werd van getal en niet van anders d. i. waar-zien, zou de massa als zoodanig uit elkaar vallen en het klassieke begrip „vorm” zou waardeloos worden. Er zou een collectief inzicht ontstaan, een dogmatische stabiliteit die den geest zou verlammen enz.

      Omnacht der religie. — De religie is een compromis tusschen geest en natuur die elkaâr vijandig zijn. In deze vijandschap ligt de gezonde mogelijkheid van het leven en ofschoon de religie tevergeefs getracht heeft de twee helften van ons bestaan aaneen te lijmen, stooten „geest” (mechanisme) en natuur (organisme) elkaâr voortdurend af. Het leven is geen duimdrop. Slechts bij ontkenning van tijd en ruimte als positieve waarden kan


[51]

men 2 zien als 1. In dit „verkeerd” zien is de waarheid gelegen.

De vette lijken. — Elk tijdperk heeft zijn gieren en jakhalzen, die azen op lijken eener vergane kunst, religie of cultuur. Zij voeden zich daarmede gretig en worden vet.

Overige publicatie[bewerken]

  • Els Hoek (redactie; 2000) Theo van Doesburg. Oeuvrecatalogus, Bussum: Uitgeverij Thot, ISBN 90-6868-255-5, p. 699.